Home Actueel Arbeidsrecht Concurrentiebeding overtreden – feitelijke werkplek leidend

Concurrentiebeding overtreden – feitelijke werkplek leidend

Arbeidsrecht
16-08-18

Gaat uw ex-werknemer aan het werk voor een concurrent met vestigingen binnen en buiten het werkgebied van uw onderneming? Let dan goed op waar de werknemer feitelijk zijn werkzaamheden verricht. Deze feitelijke werkplek is uiteraard leidend voor de vraag of een concurrentiebeding (waarin een straal is opgenomen) is overtreden, en niet de vestigingsplaats van de werkgever waarmee de arbeidsovereenkomst is aangegaan. In een recente uitspraak was dit aan de orde.

Werkgever en werknemer zijn een concurrentiebeding overeengekomen, waarin is opgenomen dat het werknemer niet is toegestaan om – kort gezegd – concurrerende werkzaamheden te verrichten binnen het werkgebied van werkgever (een straal van 80 kilometer rond de vestigingsplaats van werkgever). Werknemer treedt in dienst bij een nieuwe werkgever, die meerdere vestigingen heeft. Hoewel werknemer volgens  de arbeidsovereenkomst in dienst is getreden bij en werkzaamheden verricht voor de vestiging van werkgever die zich buiten de straal van 80 kilometer bevindt, was de ex-werkgever hier niet gerust op. Zij schakelt dan ook een recherchebureau in. Het onderzoeksrapport van het recherchebureau (dat de bevindingen van 13 dagen observaties bevat) toont aan dat werknemer ook werkzaam was bij de vestiging van zijn nieuwe werkgever, die binnen de straal van 80 kilometer valt. Daarmee staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat werknemer het concurrentiebeding heeft geschonden.

De werknemer dient de werkzaamheden ten behoeve van deze locatie dan ook te staken. Op overtreding van het beding stond een boete van € 3.000,- per overtreding en € 200,- per dag dat de overtreding voortduurt. De kantonrechter stelt vast dat de overtreding in elk geval 13 dagen heeft geduurd (het aantal dagen van de observatie) en stelt daarmee de boete vast op € 5.600,-. De gevorderde dwangsom wordt niet toegewezen, nu op overtreding van het concurrentiebeding al een boete staat voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. Het opleggen van een dwangsom zou dan dubbelop zijn.

Werkgever vordert ook betaling van verbeurde boetes voor overtreding van het relatiebeding. De kantonrechter komt tot het oordeel dat werknemer inderdaad het relatiebeding heeft overtreden, maar dat de verbeurde boetes in dit geval in kort geding niet kunnen worden toegewezen. De verbeurde boetes dienen als prikkel om de overtreding van het relatiebeding te stoppen. Nu de geldigheidsduur van het relatiebeding (6 maanden) al is verlopen ten tijde van het kort geding, kan toewijzing in kort geding van de verbeurde boetes dan ook niet meer als prikkel worden aangemerkt en is de benodigde onverwijlde spoed niet aanwezig. De vordering wordt hierdoor niet toegewezen. Let hier dus op als werkgever, indien u in kort geding betaling van verbeurde boetes wilt vorderen.

Heeft u zelf een werknemer die in strijd handelt met uw concurrentie- en relatiebeding en wilt u uw rechten geldend maken? Neem dan contact op met mij. Ik sta u hierin graag bij (zowel buiten als binnen rechte).

Gieljan Stevelmans

Deel dit artikel