Een franchisenemer van FHC vordert een schadevergoeding. De franchisegever zou haar verplichtingen niet nagekomen zijn, en zou in het bijzonder de op haar rustende zorgplicht geschonden hebben.
Wat was het geval? De franchisenemer had zelf aan de hand van een kassa-uitdraai van de eerste maanden van het jaar een prognose voor het resterende jaar opgesteld. Deze prognose is ter goedkeuring aan FHC gestuurd, die uitsluitend de prognose heeft geëxtrapoleerd voor een heel jaar waarbij zij ook nog de prognose naar beneden heeft bijgesteld. Daarbij gaf de franchisenemer aan dat hij zelf van mening was dat de prognose reëel was aangezien hij uitging van een omzetvermeerdering door een actiever cateringbeleid, door introductie van nieuwe producten, door een serviceverbeteringsbeleid en door een actief koopzondag/koopavond beleid. Het Hof stelt, mijns inziens terecht, dat dat allemaal zaken zijn die in belangrijke mate afhangen van de inspanningen van de franchisenemer zelf.
Het Hof was, met de rechtbank, van mening dat de franchisenemer zelf verantwoordelijk was voor de inschatting van de mogelijkheden voor een profijtelijke bedrijfsvoering, temeer nu de franchisenemer zelf de prognose had opgesteld.
Anders gesteld; de zorgplicht van de franchisegever strekt niet zover dat ook in de situatie waarin de franchisenemer zelf voor de prognose zorgt en daarbij eigen gegevens gebruikt, de franchisegever dan alsnog een zorgplicht zou hebben.
Daarnaast krijgt (de advocaat van) de franchisenemer een behoorlijke veeg uit de pan van het Hof, nu het Hof stelt dat de franchisenemer op geen enkele wijze heeft onderbouwd waarom zij bij een ‘‘juiste prognose’’ geen financiering van de bank zouden hebben gekregen en om die reden van de franchiseovereenkomst zouden hebben afgezien.
Kortom, een wat mij betreft terechte uitspraak van het Hof Amsterdam.
Meer weten over zorgplicht en prognoseproblematiek? Neem gerust vrijblijvend contact op met onze Praktijkgroep Franchise.
