Heeft een agent altijd recht op een klantenvergoeding – ook wel “goodwill” genoemd – bij beëindiging van de overeenkomst? Nee. Er is geen vergoeding verschuldigd als de overeenkomst is beëindigd door omstandigheden die de agent schadeplichtig maken. Ook als de handelsagent (i) de overeenkomst zelf beëindigt (en geen sprake is van aan de principaal toerekenbare omstandigheden of omstandigheden waardoor van de agent niet verwacht kan worden dat hij zijn werkzaamheden voorzet) of (ii) de overeenkomst overdraagt aan een derde, heeft de agent geen recht op een klantenvergoeding.
In alle andere gevallen dient in beginsel een klantenvergoeding betaald te worden.
Moet de vergoeding ook betaald worden als een principaal na het vertrek van de agent geen profijt meer zal hebben van het werk van de agent?
Ook op deze vraag is het antwoord “nee”. Vereist is:
1. dat de handelsagent nieuwe klanten heeft aangebracht of heeft de overeenkomsten met bestaande klanten aanmerkelijk heeft uitgebreid; én
2. dat de overeenkomsten met deze klanten de principaal ook na beëindiging van de agentuurovereenkomst nog aanzienlijke voordelen opleveren.
De agent moet bewijzen dat aan deze vereisten is voldaan.
Als er een vergoeding betaald moet worden: hoe hoog dient deze dan te zijn?
Billijkheid
De vergoeding moet billijk zijn. Bij de beoordeling van de billijkheid wordt rekening gehouden met alle omstandigheden, waarbij onder andere wordt onderzocht of de agent provisie zal derven door de beëindiging. Als de agent bij toekomstige werkzaamheden gebruik blijft maken van de bij de principaal opgebouwde klantenkring: dit kan matiging van de klantenvergoeding tot gevolg hebben.
Wettelijk maximum
De vergoeding kan niet hoger zijn dan de provisie van één jaar berekend naar het gemiddelde van de laatste 5 jaar. Dit gaat om de bruto provisie (welk begrip hierna nog nader toegelicht wordt). Wanneer de agentuurovereenkomst korter heeft geduurd, wordt de vergoeding berekend naar het gemiddelde van de gehele duur daarvan.
Agenten menen veelal dat zij hoe dan ook recht hebben op de provisie van één jaar, maar in de wetsgeschiedenis en ook in de rechtspraak is nadrukkelijk bevestigd dat het niet zo is dat de provisie van één jaar als uitgangspunt geldt. Het betreft niet meer dan een wettelijk maximum.
Handvatten berekening klantenvergoeding
De Hoge Raad heeft nadere handvatten geformuleerd voor de berekening van de klantenvergoeding, gebaseerd op een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. De berekening is in 3 fasen opgeknipt:
Eerste fase
In de eerste fase wordt het voordeel bepaald, die overeenkomsten met door de agent aangebrachte klanten de principaal opleveren. Dit wordt berekend op basis van de bruto-provisie, die de agent in de laatste twaalf maanden met nieuwe en geïntensiveerde bestaande klanten heeft verdiend.
Bruto-provisie houdt in: alle elementen van de beloning die variëren naar gelang van het aantal zaken of de waarde daarvan en zonder aftrek van bespaarde kosten. Onderdeel daarvan is dus ook het gedeelte van de provisie dat de agent eventueel gebruikt om een cadeau of korting aan de klant te geven. Onkostenvergoedingen die niet variëren, zoals een reclamevergoeding, vallen hier echter niet onder.
Het bedrag dat hieruit voortvloeit moet worden gecorrigeerd met de volgende factoren:
a) de duur van het bovengenoemde voordeel voor de principaal;
b) het verloop van het klantenbestand; en
c) de versnelde ontvangst van provisie-inkomsten door de agent die in één keer een vergoeding krijgt uitgekeerd.
Tweede fase
In de tweede fase moet bekeken worden of er reden is om het in fase 1 vastgestelde bedrag uit oogpunt van de hiervoor genoemde billijkheid aan te passen. Omstandigheden van het geval (zoals de duur van de agentuurovereenkomst; de reden van opzegging; de hoogte van de provisie; wel of geen concurrentiebeding; dalende of gestegen omzet in de afgelopen jaren bij de principaal) kunnen ertoe leiden dat het bedrag naar boven of naar beneden dient te worden aangepast.
Indien de agent uit de ontvangen provisie onkosten maakt die een aanzienlijk deel vormen van de ontvangen provisie (waarop na beëindiging van de overeenkomst wordt bespaard), kan de rechter hier in het kader van de billijkheidsbeoordeling wel rekening mee houden.
Derde fase
Tot slot moet worden gecontroleerd of de berekende vergoeding niet hoger is dan het wettelijk maximum.
Hoe kom ik tot een concreet bedrag?
Köster advocaten adviseert zowel ondernemers die als principaal optreden als handelsagenten bij het aangaan van een agentuurrelatie (opstellen/beoordelen van de agentuurovereenkomst) alsook bij beëindiging van de overeenkomst, onder andere over de feitelijke berekening van de klantenvergoeding.