Met de start van een nieuw jaar, zijn er ook weer enige wetswijzigingen die van belang zijn voor werkgevers en werknemers. In het navolgende zullen de belangrijkste wijzigingen kort worden aangestipt.
Wet Werk en Zekerheid
Aanzegtermijn
Bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een duur van zes maanden of langer, moet voortaan door de werkgever een aanzegtermijn van minimaal een maand in acht genomen worden. Dit betekent dat de werkgever minimaal één maand voordat het contract afloopt schriftelijk aan de werknemer moet aangeven of het contract zal eindigen of wordt verlengd. Doet hij dat niet, dan moet hij een schadevergoeding betalen van maximaal één maandsalaris.
Proeftijd
Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met een duur tot en met zes maanden, mag niet langer een proeftijd worden afgesproken. Bij een contract langer dan zes maanden mag een proeftijd van maximaal één maand worden afgesproken. Bij contracten van minimaal twee jaar in duur mag de proeftijd twee maanden bedragen.
Concurrentiebeding
Een concurrentiebeding mag geen langere duur meer hebben dan één jaar.
Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mag slechts een concurrentiebeding worden afgesproken wanneer de werkgever daarbij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft. De werkgever moet dit belang bovendien bij het aangaan van het concurrentiebeding schriftelijk motiveren.
Uitzendkrachten
In een uitzendovereenkomst mag slechts gedurende de eerste 26 weken een zogenoemd ‘uitzendbeding’ worden opgenomen. Dit beding heeft tot gevolg dat de uitzendovereenkomst eindigt wanneer de terbeschikkingstelling eindigt. Bij cao mag de termijn van 26 weken worden verlengd tot 78 weken. De ABU-cao heeft deze termijn verlengd tot de maximale 78 weken.
Wet Arbeid en Zorg
Aanpassing arbeidsduur
Aanpassing van arbeidsduur mag voortaan één keer per jaar in plaats van één keer per twee jaar worden gevraagd.
Ouderschapsverlof
De voorwaarde dat een werknemer één jaar in dienst moet zijn om aanspraak te maken op ouderschapsverlof vervalt. Verder is een recht van onvoorwaardelijk drie dagen ouderschapsverlof rond de geboorte van het kind. Dit recht geldt naast de huidige twee dagen kraamverlof.
Bevallingsverlof
Het bevallingsverlof van de moeder wordt aangepast en verlengd in gevallen dat het kind langdurige in het ziekenhuis moet worden opgenomen na de bevalling.
Verder geldt dat het bevallingsverlof wordt overgeheveld naar de vader wanneer de moeder bij de bevalling overlijdt.
Adoptie- en pleegverlof
Opname van adoptie- en pleegverlof wordt flexibeler ten opzichte van de huidige vier aaneengesloten weken.
Naast voornoemde wijzigingen, zijn er ook nog wijzigingen op het gebied van pensioenen, bijstand, AOW en de Participatiewet. Hiervoor wordt verwezen naar de website van het Ministerie van SZW.
Voor vragen over de omschreven wetswijzigingen, kunt u terecht bij de Praktijkgroep Arbeidsrecht van ons kantoor.