Home Actueel Archief Wel of geen agentuur?

Wel of geen agentuur?

Archief Contractenrecht
26-06-18

In een zaak tussen een galeriehouder en een kunstenaar, heeft de rechter in hoger beroep zich duidelijk uitgelaten over de essentie van een agentuurovereenkomst.

Kunstenaar (hierna te noemen: K). en galeriehouder (hierna te noemen: G). werken zo’n acht jaar samen als K. een e-mail naar G. stuurt, waarin zij de samenwerking beëindigt. Uit de e-mail is duidelijk dat K. al langere tijd ontevreden is over de kwaliteit van G.’s werk: er zitten fouten in overzichten die G. stuurt, waardoor K. zelf veel tijd moet besteden aan administratie. Tijd die ze liever, zoals ze zelf schrijft, besteedt aan het maken van kunst. Twee maanden later vraagt K. aan G. om de openstaande facturen ten bedrage van zo’n slordige 30.000 euro te betalen en de werken te retourneren die onverkocht zijn gebleven. G. stuurt daarop een aantal werken terug en doet bovendien een tijdlang maandelijks een ongespecificeerde deelbetaling aan K., meestal bedragen van 1.000 euro. G. en K. overleggen steeds over de afrekening en de teruggave van de werken, maar ze komen maar niet tot overeenstemming.

K. roept de rechter te hulp en eist in eerste instantie betaling van de onbetaald gelaten facturen en, na wijziging van de eis, betaling voor de werken die G. niet geretourneerd heeft. G. verweert zich: hij zegt dat tussen hem en K. een agentuurovereenkomst bestond, en dat K. die overeenkomst op onregelmatige wijze beëindigd heeft. G. eist dan ook een klantenvergoeding van K. De kantonrechter vond ook dat sprake was van agentuur, maar wees de op agentuur gebaseerde vorderingen van G. alsnog af, waarna een procedure in hoger beroep volgde.

In hoger beroep betoogt K. dat er geen sprake is van een agentuurovereenkomst: G. heeft nooit in haar (K’s) naam overeenkomsten gesloten, maar altijd op eigen naam. G. ontving dan ook geen beloning voor andere activiteiten dan verkoop, maar een korting op de verkoopprijs van 50%. Het hof is het met K. eens: er is geen sprake van agentuur.

Wezenlijk voor agentuur is dat de agent namens de principaal bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten. Eventueel kan de agent in dat verband namens zijn principaal overeenkomsten sluiten, maar het sluiten van overeenkomsten op eigen naam en voor zichzelf is met agentuur niet verenigbaar, aldus het hof.

De bewijslast dat de overeenkomst is te kwalificeren als een agentuurovereenkomst, rust op G.. Maar G. heeft geen (koop)overeenkomsten kunnen overleggen tussen hem en zijn afnemers, waaruit zou kunnen blijken dat hij in naam van K. contracteerde. Sterker nog, G. heeft zelf een stuk ingebracht, waar uit de bewoordingen volgt dat hij op eigen naam werken van K. aan derden verkocht. Het gaat om een mail van een verzamelaar waarin deze schrijft “I was trying to get some updated pricing on the work I purchased from you. In November 2006, I purchased [Y] from you for $ 2,520. Would you be able to guess what the pricing might be in todays market?

Desondanks betoogt G. dat hij in naam van, althans voor rekening en risico van K. overeenkomsten tot verkoop van haar werk sluit. Het hof constateert echter dat geen sprake is van feiten die dat betoog ondersteunen. Activiteiten van G. ten bate van K., zoals de promotie van het werk bij kunstkopers en musea, zijn niet kenmerkend voor agentuur. Ook het gegeven dat de K. de prijs bepaalde waarvoor G. de werken mocht verkopen, betekent niet dat de overeenkomst een agentuurovereenkomst geweest moet zijn.

Details over de verdere financiële afwikkeling zijn te vinden in de uitspraak van het hof.

Onduidelijkheid over de invulling van een zakelijke relatie kan voorkomen worden door afspraken goed vast te leggen.

Heeft u daarbij hulp of advies nodig? Neem contact op!

Deel dit artikel