Home Actueel Ondernemingsrecht Wat is ‘op tijd’?

Wat is ‘op tijd’?

Ondernemingsrecht
19-09-18 Jan Koekkoek

Organisatieadviesbureau LSL had beslag laten leggen op het vermogen van voormalig vennoot Van E, voor een hoofdsom van ruim 80.000 euro. Van E. zou meer dan eens zijn betalingsverplichtingen aan LSL niet tijdig zijn nagekomen. De rechter boog zich over de termijnoverschrijdingen.

De voormalig vennoten kregen zes jaar geleden ruzie. Het geschil eindigde in een arbitraal vonnis, waarin bepaald werd dat Van E. ruim 225.000 euro moest betalen aan LSL. Na een executoriaal beslag en een verzoek tot vernietiging van het arbitrale vonnis, kwamen partijen in 2013 tot elkaar. Ze kwamen tot een vaststellingsovereenkomst, die voorschreef dat Van E. 175.000 euro zou betalen aan LSL, in 70 maandelijkse termijnen, te betalen vóór de eerste van de maand. Zou van E. zijn verplichtingen niet nakomen, dan zou het arbitrale vonnis herleven.

Van E. betaalt twee keer vóór de eerste van de maand en dan óp de eerste van de maand. Hij krijgt daar een brief over waarin hij op zijn overtreding wordt gewezen en verzocht wordt in het vervolg zorg te dragen voor tijdige betaling.

Maar in 2018 gaat het mis: LSL laat executoriaal beslag leggen onder drie banken, omdat Van E. meer dan eens zijn betalingsverplichtingen niet tijdig zou zijn nagekomen. Op het appartement van Van E. rustte al sinds 2013 een beslag. Maar Van E. heeft het nu verkocht en moet uiteraard vrij van beslag leveren. Van E. stapt naar de rechter: hij eist dat LSL de vaststellingsovereenkomst nakomt, hij wil een verbod op de executie van het arbitrale vonnis en hij eist opheffing van de beslagen. Van alle 58 termijnen waren er inderdaad vijf niet op tijd betaald: tweemaal een dag te laat, tweemaal twee dagen te laat en eenmaal drie dagen te laat. Van E. vond de overschrijdingen dermate miniem dat ze de maatregelen niet zouden rechtvaardigen. Bovendien was voor elk van de overschrijdingen een verklaring: een vergeten schrikkelmaand, Pasen, en de dag van de arbeid. Nadat Van E. hoorde dat een aantal betalingen niet tijdig was verricht, had hij direct opdracht aan zijn bank gegeven om iedere maand op de 24ste de desbetreffende termijn over te schrijven.

Maar LSL verweert zich met een verwijzing naar de heldere afspraken in de vaststellingsovereenkomst. LSL heeft daarin een aanzienlijk deel van het in het eerdere vonnis toegewezen bedrag laten vallen en bovendien toegestaan dat Van E. in maar liefst 70 termijnen zou betalen. LSL wil onder geen beding achter het geld aanzitten: vandaar de strikte betalingstermijnen en de harde sanctie bij niet-naleving daarvan.

De rechter vindt de termijnoverschrijdingen, bezien in combinatie met de door Van E. gegeven toelichting, zó onbeduidend dat het beroep van LSL op het herleven van het arbitraal vonnis, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Nergens is uit gebleken dat Van E. niet wilde of kon betalen, terwijl wat de rechter betreft LSL niet kon aantonen dat er schade was geleden door de geringe overschrijdingen.

De rechter wijst vonnis in het voordeel van Van E.

Meer weten over strakke afspraken en redelijke termijnen? Neem gerust contact met ons op!

Deel dit artikel