Home Actueel Archief Waarschuwen bij een BKR-registratie: het Hof heeft gesproken, maar durfde het niet aan

Waarschuwen bij een BKR-registratie: het Hof heeft gesproken, maar durfde het niet aan

Archief
19-04-16

Op 3 maart jl. schreef ik over een merkwaardige kwestie op het gebied van BKR-registraties: de waarschuwingsplicht die ‘op papier’ alleen zou gelden voor een achterstandscode A (zie artikel 22 lid 3 van het Algemeen Reglement AR 2016).

Daarbij merkte ik op dat het Gerechtshof zich nog over de door mij ingenomen stellingen moest uitlaten. Inmiddels is dat gebeurd. Zo oordeelde het Hof (bij vervroeging) dat het vonnis van de rechtbank in stand gelaten moest worden. Het arrest is inmiddels gepubliceerd op rechtspraak.nl. De voorzichtige conclusie is dat het Hof het niet heeft aangedurfd om zich uit te laten over de zorgplicht die de bank in het geval van mijn cliënte had.

Het Hof doet het arrest namelijk af op basis van een belangenafweging. Hierdoor hoeft zij zich verder niet meer uit te laten over de vraag of er daadwerkelijk een normschending heeft plaatsgevonden door de bank bij het plaatsen van de BKR-regsistratie. Dat het hof voor deze onderbouwing kiest kan verklaard worden door het feit dat er in Nederland 880.000 consumenten geregistreerd staan in het BKR/CKI. Dat maakt dat een aanname van een waarschuwingsplicht bij een bijzonderheidscode 2 en/of 3 een groot aantal BKR-registraties op losse schroeven laat staan. Kortom de gevolgen zouden verstrekkend zijn. Dat neemt niet weg dat een waarschuwingsplicht nog steeds ontbreekt. Ook in het nieuwste regelement van het CKI.

Deze kwestie wordt vervolgd. Op dit moment liggen er nog 4 zaken voor de rechter waarin onder vergelijkbare situaties om een oordeel wordt gevraagd en wordt verzocht om de BKR-registratie te verwijderen. Wij wachten af wanneer er een dappere rechter is die zich durft uit te laten over deze lancune in het Algemeen regelement en buiten het regelement om toch tot een dergelijke waarschuwingsplicht komt.

 

 

Deel dit artikel