Artikelen uit kranten en tijdschriften, tv-fragmenten, filmtrailers: het komt allemaal voorbij op platformen zoals YouTube, Facebook en Twitter. Het Europees Parlement heeft deze maand ingestemd met een richtlijn op grond waarvan platformen die online content ter beschikking stellen, aansprakelijk zijn voor (door de gebruikers) geplaatst materiaal dat inbreuk maakt op auteursrechten. Het Europees Parlement wil dat online diensten, zoals de sociale media-platformen, een ’uploadfilter’ installeren.
Stel: een gebruiker van een online platform vindt in een tijdschrift een aantal mooie foto’s. Het auteursrecht op de foto’s berust bij het tijdschrift, zo staat in het colofon. Als de gebruiker deze foto’s vervolgens op zijn Facebookaccount plaatst, zonder toestemming van het tijdschrift, dan schendt hij daarmee het auteursrecht van het tijdschrift. Verveelvoudiging van een werk (de foto’s) is immers het exclusief recht van de auteursrechthebbende. Maar Facebook is (ook) aansprakelijk: Facebook had de upload moeten filteren.
De verplichting om een uploadfilter te installeren, is onderdeel van de nieuwe richtlijn “Auteursrechten in de digitale eengemaakte markt”. Het Europees Parlement nam de richtlijn, dat haar basis vindt in een voorstel van de Commissie uit 2016, op 12 september jl. aan. De Europese Commissie dringt al langer aan op hervormingen binnen het auteursrecht. De laatste Europese wetgeving is de Auteursrechtrichtlijn van 2001 (2001/29/EG) en die richtlijn schiet tekort in de digitale wereld.
Op grond van artikel 13 van de richtlijn wordt een platform dat gebruikmaakt van user generated content aansprakelijk voor het geüploade materiaal dat inbreuk maakt op het auteursrecht. Op dit moment is een platform pas aansprakelijk indien zij, nadat zij een waarschuwing heeft gekregen van de auteursrechthebbende dat het op het platform aangeboden materiaal inbreuk maakt op haar auteursrechten, het materiaal niet prompt verwijdert (de zogenoemde “notice and take down procedure”). Met de ‘uploadfilter’ verplicht de richtlijn tot een maatregel vooraf. Een online platform moet met behulp van een technische filter uploads van users preventief scannen op inbreukmakend materiaal, zodat inbreukmakende content niet wordt geplaatst.
Het uploadfilter is niet onomstreden. In NRC Handelsblad werd het filter zelfs een ‘splijtzwam’ genoemd. Tegenstanders van het uploadfilter menen dat het middel veel te grofmazig is: het zou geen onderscheid kunnen maken tussen bijvoorbeeld een illegaal gekopieerd filmpje enerzijds en een legale parodie, onschuldig knip-en-plakwerk en memes anderzijds. Het is precies om die reden dat het Hof van Justitie in de zaak Scarlet Extended (HvJ EU 24 november 2011, C-70/10) oordeelde dat een filter die alle content op voorhand zou filteren om daarmee auteursrechtinbreuken te voorkomen, te ver ging. Volgens het Hof van Justitie was een dergelijke filter disproportioneel: de vrijheid van ondernemerschap en de vrijheid om informatie te ontvangen en te verstrekken prevaleerden boven de rechten van de auteursrechthebbenden. Daarnaast zet volgens D66 de richtlijn ‘de deur open voor een geprivatiseerde Big Brother, waarbij internetbedrijven vooraf moeten controleren wat gebruikers online zetten’. Bovendien werkt de richtlijn de macht van de grote databedrijven in de hand: alleen de techreuzen zouden het geld en de middelen hebben om een uploadfilter te installeren. Kleinere ondernemingen, die niet onder de uitzonderingsregel vallen, zullen worden gedwongen worden om dure licenties voor de uploadfilter af te nemen.
Naast de uploadfilter bevat de richtlijn bepalingen over tekst- en datamining (het automatisch scannen van grote hoeveelheden tekst en data) (artikel 3) en het gebruik van korte fragmenten uit kranten en tijdschriften (artikel 11).
Het door het Europees Parlement aangenomen tekstvoorstel wordt nu behandeld door de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement. Als het definitieve tekstvoorstel wordt aangenomen is de nieuwe auteursrechtrichtlijn een feit. De richtlijn zal vervolgens door de lidstaten van de Europese Unie worden omgezet in nationale wetgeving.
Bent u benieuwd naar de (mogelijke) consequenties van de nieuwe richtlijn voor uw online platform, neem dan contact met ons op!
Helena Lysaght