Home Actueel Archief Uitzendbureaus: voorkom nabetaling!

Uitzendbureaus: voorkom nabetaling!

Archief Flex
05-04-18

Zestien uitzendkrachten eisten bij de Rechtbank Noord-Holland achterstallig loon waarop zij recht meenden te hebben, omdat het uitzendbureau slechts het minimumloon had betaald. Hoe zit het ook alweer?

Zestien uitzendkrachten werken in de periode van 2011 tot september 2015 als vrachthalmedewerker op Schiphol, onder meer in de vrachthal van koeriersbedrijf DHL. Het werk wordt verricht in dienst van twee uitzendbureaus, die  voor de arbeid het minimumloon betalen aan de uitzendkrachten. Maar wanneer de uitzendkrachten erachter komen dat de vaste medewerkers voor hetzelfde werk meer betaald krijgen op basis van de toepasselijke cao, stappen ze naar de rechter voor nabetaling van het verschil.

De rechter oordeelt in overeenstemming met de NBBU-cao en artikel 8 lid 1 van de Waadi dat de uitzendkrachten (ten aanzien van een aantal elementen van het loon) inderdaad recht hebben op een gelijke beloning als de werknemers in dienst bij Schiphol. De uitzendkrachten moeten beloond worden op grond van de inlenersbeloning (ABU-cao) of op grond van het loonverhoudingsvoorschrift (NBBU-cao).

In de zaak die hier aan de orde is, zijn sommige eisers door Flexcargo direct ter beschikking gesteld aan DHL, andere eisers zijn eerst aan een andere onderneming uitgeleend en pas daarna doorgeleend aan DHL. De kantonrechter oordeelt dat het voor het recht op een gelijk loon, en de toepassing van 22 lid 1 NBBU CAO en artikel 8 lid 1 Waadi, niet uitmaakt dat sommige eisers via verschillende ondernemingen zijn doorgeleend. Voor het recht op een gelijk loon moet volgens de kantonrechter worden gekeken naar de onderneming waar de uiteindelijke terbeschikkingstelling plaatsvindt, los van de doorlening. Dat is de onderneming waar de uitzendkrachten feitelijk en daadwerkelijk hebben gewerkt, in dit geval DHL (en MWC). De eisers werden door de rechtbank in het gelijk gesteld.

In zowel de ABU-cao (artikel 20 lid 2) als de NBBU-cao (artikel 22 lid 2) is opgenomen dat de gelijke beloning geldt voor de in die artikelen opgesomde elementen, te weten:

  1. het geldende periodeloon in de schaal;
  2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting per week/maand/jaar/periode. Deze kan – dit ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en/of geld;
  3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag;
  4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij de opdrachtgever bepaald;
  5. kostenvergoeding (voor zover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten, gereedschapskosten en andere kosten noodzakelijk vanwege de uitoefening van de functie);
  6. periodieken.

Een eindejaarsuitkering bijvoorbeeld maakt weer geen onderdeel uit van de inlenersbeloning.

Wilt u (nog veel) meer weten over de inlenersbeloning? Neem dan contact met ons op!

 

Deel dit artikel