Uw onderneming draait rode cijfers. U moet als bestuurder alle zeilen bij zetten om uw bedrijf levensvatbaar te houden. Meerdere crediteuren kloppen tegelijk op de deur. U moet keuzes maken. Geld om iedereen te betalen, heeft het bedrijf niet.
In een poging het bedrijf overeind te houden, treft u een regeling met de crediteuren van het bedrijf. Eén crediteur wordt buiten de regeling gehouden. Zijn vordering wordt niet betaald. Het bedrijf biedt geen verhaal. Maar de crediteur laat het er niet bij zitten. Hij start een procedure bij de rechter en houdt u als bestuurder aansprakelijk voor zijn schuld op uw bedrijf. Is een bestuurder hiervoor aansprakelijk?
Volgens de rechtbank Overijssel wel! Daar speelde eenzelfde kwestie. De bestuurder werd door een crediteur (X) van het bedrijf aansprakelijk gehouden omdat hij als bestuurder van zijn onderneming met de crediteuren een regeling had getroffen, maar de betreffende crediteur X buiten deze regeling heeft gehouden.
De bestuurder betwistte zijn aansprakelijkheid. Hij wees de rechter erop dat hij niet in privé handelde. De rechter is het daarmee eens, maar overweegt dat desondanks bestuurdersaansprakelijkheid kan ontstaan op grond van onrechtmatigde daad (art. 6:162 BW). Hiervoor moet zijn voldaan aan vijf vereisten:
1) een onrechtmatige daad,
2) de toerekenbaarheid daarvan aan de dader,
3) schade,
4) causaliteit,
5) relativiteit.
De rechter stelt voorop dat het buiten een financiële regeling laten van een schuld onrechtmatig kan zijn. In dit geval heeft de bestuurder – met uitzondering van X – een regeling getroffen met alle schuldeisers van het bedrijf. Dat acht de rechtbank onrechtmatig.
Hiervan kan de bestuurder volgens de rechter ook een verwijt worden gemaakt. De bestuurder had het in zijn macht om ook X bij een regeling te betrekken, maar om hem moverende redenen heeft hij dat niet gedaan. Het gevolg daarvan is dat de onrechtmatige daad hem kan worden toegerekend.
Er is sprake van schade nu de vordering niet is betaald. Ook het causaal verband wordt aanwezig geacht. De rechter overweegt, dat als de bestuurder de vordering van X wel in een betalingsregeling had betrokken deze schuld ook (deels) zou zijn afgelost en X tenminste de keuze zou hebben gehad tussen het akkoord gaan met de aangeboden regeling of niet. Die mogelijkheid is X onthouden, waardoor causaal verband wordt aangenomen tussen de schuld en de onrechtmatige daad en de schade.
Verder overweegt de rechter dat ook aan het relativiteitsvereiste wordt voldaan: de grond onrechtmatige daad wordt veelvuldig gebruikt om bestuurdersaansprakelijkheid te bereiken als ondernemers in hun werkzaamheden, al dan niet op financieel terrein, hun boekje te buiten gaan. Het is veelal hun enige kans om toch nog een deel van hun vordering geïnd te krijgen. De geschonden norm strekt dus ten voordele van X.
De rechter concludeert dat aan alle wettelijke vereisten voor aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad is voldaan en veroordeelt de bestuurder tot betaling van de vordering van X.
Het voorgaande maakt duidelijk dat u als bestuurder risico’s loopt bij het treffen van betalingsregelingen namens uw bedrijf. Indien u hierbij een misstap begaat, bestaat de kans dat u persoonlijk aansprakelijk wordt gehouden. Wij helpen u graag een dergelijk scenario voorkomen!
Bron: Rechtbank Overijssel 4 maart 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:3507
Uw onderneming draait rode cijfers. U moet als bestuurder alle zeilen bij zetten om uw bedrijf levensvatbaar te houden. Meerdere crediteuren kloppen tegelijk op de deur. U moet keuzes maken. Geld om iedereen te betalen, heeft het bedrijf niet.