De kantonrechter heeft zich uitgesproken in de zaak van de striptekenaars vs. de curator van het failliete Stripmuseum. Een van de striptekenaars vorderde in kort geding teruggave van zijn eigen werk zonder daarvoor 75 euro te hoeven betalen. De rechter wees de vordering af en veroordeelde de tekenaar bovendien tot betaling van de proceskosten.
Het Stripmuseum werd in juli jl. failliet verklaard. Verschillende striptekenaars hadden werk uitgeleend aan het museum, onder wie Marc Scherbateyev, tekenaar van onder meer Nudiske. Toen Marc c.s. hun werk terugvroegen, kregen ze van de curator te horen dat daar een vergoeding van 75 euro tegenover stond. De tekenaars vonden het principieel onjuist dat ze moesten betalen voor het terugkrijgen van hun eigen bezit. Bovendien vonden ze de vergoeding van 75 euro belachelijk hoog: het zou volgens hen voor de curator een kwestie zijn geweest van “alleen maar even het goede werk van de grond pakken”.
De rechter zag dat anders. Een vergoeding aan de curator voor werk dat hij levert ten behoeve van een specifieke schuldeiser, is redelijk en billijk te noemen, zo blijkt uit jurisprudentie. Ook de hoogte van de vergoeding was in dit geval redelijk, oordeelde de rechter. De curator heeft steeds naar behoren en conform zijn wettelijke taak gehandeld. Het museum maakte bij de komst van de curator een vrij chaotische indruk en hij moest daarom nauwkeurig inventariseren welke goederen aan wie toebehoorden. ‘Het gaat bij de verlangde bijdrage van 75 euro dan ook om reële kosten verband houdende met de uitlevering van de kunstwerken’, aldus de rechter.
Uiteindelijk betaalt Scherbateyev een hoge prijs voor zijn principes: de proceskosten, die voor zijn rekening komen, waren vijf keer het bedrag van de door de curator gevraagde vergoeding.
Meer weten over de afwikkeling van een faillissement?