Huurders die de betaling van de huurprijs lange tijd volledig hebben opgeschort wegens schimmel in de woning, moeten na kort geding achterstallige huur betalen aan de woningcorporatie.
Wanneer huurders door een staat of eigenschap van de huurwoning niet langer het volledige huurgenot hebben, kan er sprake zijn van een gebrek. Als de staat of eigenschap niet aan de huurders kan worden toegerekend, is het aan de verhuurder om het probleem te verhelpen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een lekkage of een niet-functionerende verwarming, maar in bepaalde gevallen kan bijvoorbeeld ook overlast door andere huurders een gebrek opleveren. Ook schimmel kan een gebrek vormen waarvoor de verhuurder aansprakelijk is. Dat is het geval als die schimmel het gevolg is van een bouwkundig gebrek, maar niet wanneer de schimmel is ontstaan doordat de huurder niet genoeg heeft geventileerd in de woning.
Wat kan een huurder nu doen als er sprake is van een gebrek? De wet biedt de huurder verschillende opties. Van die opties kan, waar het de huur van woonruimte betreft, niet ten nadele van de huurder worden afgeweken in een huurovereenkomst.
De huurder kan de verhuurder allereerst natuurlijk verzoeken om het gebrek te herstellen. Doet de verhuurder dit niet tijdig, dan kan de huurder het gebrek zelf verhelpen en de daarvoor gemaakte (redelijke) kosten in mindering brengen op de huurprijs. De huurder kan verder een evenredige huurprijsvermindering vorderen in een procedure. Die huurprijsvermindering moet wel in verhouding staan tot het gebrek, vandaar ook dat de term ‘evenredig’ hierbij in de wet wordt genoemd.
Los van de hiervoor genoemde opties, kan de huurder er ook voor kiezen om de betaling van de huurprijs deels op te schorten. De huurder moet dan wel duidelijk aangeven waarom hij de betaling van de huurprijs opschort. De huurder moet wel voorzichtig met de opschorting omgaan. Uitstel betekent in dit geval namelijk geen afstel: als het gebrek eenmaal is verholpen, moet de achterstallige huur worden betaald. Bovendien zal het maar zelden voorkomen dat een gebrek zo ernstig is dat het de opschorting van de volledige huurprijs rechtvaardigt. Dan moet het gebrek zó erg zijn dat er helemaal geen huurgenot meer is.
De huurders van woningen in Drachten met een schimmelprobleem werden door de woningcorporatie in een kort geding procedure betrokken nadat zij voor een bedrag van maar liefst € 32.000,– aan huur hadden opgeschort. De voorzieningenrechter stelde de woningcorporatie in het gelijk en de huurders moeten de achterstallige huur terugbetalen. De huurders hebben volgens het nieuwsbericht ook een bodemprocedure aanhangig gemaakt.
Meer weten over huurrecht? Neem contact met mij op.