Een vennootschap onder firma (‘vof’) wordt vaak opgericht zodat samenwerkende vennoten hun beroep kunnen uitoefenen onder gemeenschappelijke naam. Hierbij kan men denken aan bijvoorbeeld schilders- of slagersbedrijven. Hoewel een vof geen rechtspersoon is, maar een personenvennootschap, is in de rechtspraak bepaald dat een vof wel een afgescheiden vermogen heeft.
Indien de echtgenoten de enige twee vennoten van de onderneming zijn, en als zij in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, valt de onderneming in de huwelijksgemeenschap. De waarde van de vof moet dan bij helfte verdeeld worden. Dit is anders als zij getrouwd zijn op huwelijkse voorwaarden. In dat geval hangt het van die voorwaarden af wat er met de onderneming gebeurt bij een scheiding.
De echtgenoten kunnen er voor kiezen om te stoppen met het drijven van de vof. Zij kunnen deze ontbinden en de ex-echtgenoten krijgen dan ieder de helft van de overgebleven waarde.
Als een van de echtgenoten de gezamenlijke vof wel wenst voort te zetten, dient de rechtsvorm gewijzigd te worden. Een vof wordt namelijk gedreven door minimaal twee vennoten. Voor het wijzigen van de rechtsvorm van een onderneming is een notaris nodig.
Wanneer er buiten de echtgenoten nog andere vennoten zijn in de vof, vallen alleen de delen van de echtgenoten in de huwelijksgemeenschap. Deze delen zullen gelijkelijk verdeeld moeten worden onder de echtgenoten. Daarnaast moet beslist worden of de onderneming voortgezet zal worden. Wanneer een van de echtgenoten besluit uit de vof te stappen, moet hij of zij hiervoor financieel gecompenseerd worden.
Bij het uittreden van een van de vennoten en de financiële compensatie die daarmee gepaard gaat, moeten partijen handelen met het oog op het voortbestaan van de vof. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de continuïteit van de vof in het gedrang komt in dergelijke situaties. De ex-partners kunnen hierover afspraken maken en deze in het echtscheidingsconvenant opnemen.
Het bepalen van de waarde van de onderneming kan op verschillende manieren geschieden. Deze waardering kan in onderling overleg plaatsvinden, al dan niet met behulp van een accountant. Als de waardebepaling problemen veroorzaakt, doen scheidende vennoten er goed aan een deskundige in te schakelen die de waarde van de vof kan bepalen. Wanneer een dergelijke discussie voor de rechter komt, zal deze in de meeste gevallen ook een deskundige benoemen.
In de situatie waarin de echtgenoten wel besluiten samen de vof voort te zetten na hun scheiding, doen zij er alsnog goed aan om te overwegen de rechtsvorm ervan te wijzigen. Vennoten zijn immers beiden hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vof. Na een scheiding zullen de verhoudingen tussen vennoten wellicht anders liggen en dan is het goed om de eventuele risico’s die dit met zich mee brengt, zo veel mogelijk te beperken of uit te sluiten.
Heeft u vragen of wilt u meer weten? Neem contact met ons op.