Home Actueel Archief Payrolling niet onrechtmatig

Payrolling niet onrechtmatig

Archief
16-05-14

De afgelopen twee jaar hebben werknemers in dienst van een payrollonderneming zich meerdere malen tot de rechter gewend en zich op het standpunt gesteld dat zij een arbeidsovereenkomst hadden met de inlener – hun feitelijk werkgever – in plaats van met de payrollonderneming.

 

In de zaak die diende voor de rechtbank Den Haag (23 oktober 2013) werd door de betreffende werknemer een verderstrekkend standpunt ingenomen. De werknemer stelde zich namelijk op het standpunt dat de Nederlandse Staat jegens hem onrechtmatig had gehandeld door hem bij aanvang van zijn werkzaamheden niet aan te stellen als ambtenaar maar hem via een payrollonderneming in te huren. 

 

Wat was er aan de hand?

 

In 2006 heeft de werknemer gesolliciteerd naar een functie bij het Agentschap (destijds: SenterNovem), een orgaan van de Nederlandse Staat. In de advertentie voor deze functie was vermeld dat een eventuele indiensttreding via een derde partij zou lopen. Werknemer is vervolgens per 1 januari 2007 op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij een payrollonderneming. In de arbeidsovereenkomst met de payrollonderneming was vermeld dat de werknemer te werk zou worden gesteld bij het Agentschap in de functie van adviseur.

 

Op 28 februari 2011 is aan de werknemer medegedeeld dat er een forse krimp van werkzaamheden zou ontstaan, die als eerste de ingeleende werknemers zou raken. Als gevolg hiervan is het inleencontract tussen het Agentschap en de payrollonderneming per 1 april 2011 beëindigd. Vanaf deze datum heeft de werknemer ook geen werkzaamheden meer verricht voor het Agentschap. De arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de payrollonderneming is nadien met ingang van 1 januari 2012 beëindigd.

 

De werknemer vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat de Staat jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld door hem via een payrollonderneming in te huren en hem niet als ambtenaar aan te stellen en/of op gelijke wijze te behandelen als de werknemers die door het Agentschap wél als ambtenaar zijn aangesteld. De werknemer meent dat hij als gevolg daarvan (als eerste) is ontslagen, terwijl hij als ambtenaar later of zelfs niet zou zijn ontslagen. Bovendien is zijn ontslag niet getoetst door het UWV Werkbedrijf dan wel door een rechter, hetgeen hij strijdig acht met artikel 6 EVRM.

 

Het oordeel van de rechtbank 

 

De rechtbank wijst de vordering van de werknemer kort en goed af. Volgens de rechtbank is er geen rechtsregel die meebrengt dat het gebruik van de payrollconstructie (door de Staat) onrechtmatig zou zijn. Verwezen wordt onder meer naar het feit dat door de Tweede Kamer is aanvaard dat een deel van het personeelsbestand van de Rijksoverheid uit flexibele arbeidskrachten (waaronder ingeleende arbeidskrachten) mag bestaan. De rechtbank oordeelt tevens dat ook internationale verdragen de gebruikmaking van een payrollconstructie niet verhinderen. Tot slot overweegt de rechtbank dat het verschil tussen personen die zijn aangesteld als ambtenaar en personen die deze aanstelling niet hebben terwijl zij (nagenoeg) dezelfde werkzaamheden verrichten, geen ongelijkheid meebrengt in de zin van de wet.  

 

Conclusie

 

Volgens de rechtbank is payrolling niet in strijd met het recht. Het feit dat in sommige gevallen in de rechtspraak is beslist dat door een payrollconstructie heengekeken moet worden, betekent niet dat gebruikmaking van een payrollconstructie per definitie onrechtmatig zou zijn. Ook de Staat mag van deze constructie gebruikmaken.

 

De beslissing van de rechtbank Den Haag is terecht. Payrolling is nog steeds een sterk groeiend fenomeen en de praktijk zou niet gebaat zijn bij een andersluidend vonnis. Vanuit het oogpunt van rechtszekerheid, hanteerbaarheid en doelmatigheid, is het zelfs hoog tijd dat de payrollovereenkomst een juridische kwalificatie verkrijgt.

 

De praktijkgroep Uitzendrecht van Köster Advocaten adviseert en procedeert met betrekking tot payrolling, maar eveneens ten aanzien van alle andere typen flexibele arbeidsrelaties: contracting, uitzenden, detachering en zzp-bemiddeling. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze praktijkgroep Uitzendrecht.

Deel dit artikel