Archief
16-10-12
Met ingang van 1 januari 2013 wordt het bodemrecht van de belastingdienst versterkt ten opzichte van pandhouders en derden met een eigendomsrecht. Bij bodemzaken gaat het doorgaans om de winkelinrichting of de inrichting van fabrieken met machines.
Het bodemrecht van de belastingdienst is geregeld in de Invorderingswet en geeft de belastingdienst het recht om zich voor openstaande belastingschulden zoals loonbelasting en omzetbelasting met voorrang op andere crediteuren te verhalen op bepaalde goederen.
Maar ook andere partijen kunnen voor hun vorderingen op een schuldenaar beslag leggen op de goederen van de schuldenaar. Wie het eerst komt die het eerst maalt, is vaak doorslaggevend. Om de positie van de belastingdienst te versterken heeft de wetgever nu een nieuwe regeling ontwikkeld. In het kader van de bezuinigingen moet de belastingdienst immers meer innen.
Essentie van de regeling is dat na 1 januari 2013 pandhouders op bodemzaken aan de fiscus moeten melden dat en wanneer zij hun recht tot uitwinning willen uitoefenen, dan wel handelingen willen verrichten waardoor zaken de fiscale bodem verlaten. Dit geldt ook voor derde eigenaren die een zaak beschikbaar hebben gesteld aan een schuldenaar, zoals leasemaatschappijen.
Gedurende 4 weken na deze melding mag de pandhouder of derde eigenaar niets doen, en moeten zij wachten wat de belastingdienst doet. De belastingdienst kan dan binnen deze 4 weken beslag leggen of een kennisgeving doen dat zij niets doet. Ook kan de belastingdienst ervoor kiezen om niets te laten horen.
Na de kennisgeving dat de belastingdienst niets doet of zonder enig bericht van de belastingdienst na 4 weken na de gedane melding door de pandhouder, heeft de pandhouder gedurende 4 weken het recht om het pandrecht uit te oefenen. Hetzelfde geldt ook hier voor derde eigenaar van een goed. Doet de pandhouder binnen 4 weken niets, dan is de situatie weer bevroren. Overtreedt de pandhouder of derde eigenaar bovenstaande regel dan kunnen zij worden verplicht om de waarde van de goederen aan de belastingdienst te vergoeden.
De bovenstaande regeling geldt met ingang van 1 april 2013 ook voor alle nu al bestaande pandrechten op bodemzaken.
Het bovenstaande heeft grote gevolgen voor lease maatschappijen en banken of andere partijen als pandhouders, vooral wanneer het gaat om waardevolle machines en dergelijke. De financiering van machines en andere bedrijfsmiddelen kan hierdoor in verregaande mate negatief worden beïnvloed. Het is daarom belangrijk zo tijdig mogelijk maatregelen te nemen, en daarbij kan de Praktijkgroep Insolventie van Köster Advocaten behulpzaam zijn.