De smaak van een voedingsmiddel kan niet auteursrechtelijk worden beschermd, omdat smaak niet voldoende nauwkeurig en objectief kan worden uitgedrukt. Dat heeft het Europese Hof van Justitie (“Hof”) bepaald in de zaak rond de Twentse Heks’nkaas.
Heks’nkaas is uitgevonden door een Twentse groenteboer, die het product tijdens Halloween in zijn winkel verkocht. De smeerdip met roomkaas en verse kruiden was een groot succes en trok de aandacht van Levola, het moederbedrijf van een groep bedrijven die actief is op het terrein van productie en verhandeling van verse levensmiddelen. De groenteboer sloot een overeenkomst met Levola, waarin hij alle (intellectuele eigendoms-)rechten met betrekking tot de Heks’nkaas aan Levola overdroeg. In 2012 werd het product Heksenkaas landelijk geïntroduceerd en een jaar later al werden via supermarkten vier miljoen pakjes Heksenkaas verkocht, in totaal ruim een miljoen kilo. In 2014 kwam concurrent Smilde op de markt met de smeerdip ‘Witte Wievenkaas’ die qua smaak behoorlijk dicht bij Heks’nkaas in de buurt kwam.
Levola, niet gecharmeerd van deze navolging, stapte naar de rechter en eiste dat Smilde de productie van Witte Wievenkaas direct zou staken. Zij betoogde dat de smaak van Heks’nkaas auteursrechtelijk beschermd zou zijn en Smilde – door de smaak van Heks’nkaas te ‘kopiëren’ – inbreuk zou maken op haar auteursrechten op de smaak van Heks’nkaas. De zaak kwam voor de rechter die aansluitend vragen van uitleg stelde aan het Hof.
Het Hof heeft nu geoordeeld dat een smaak als zodanig niet in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming. Reden hiervoor is dat een smaak onvoldoende nauwkeurig en objectief kan worden uitgedrukt. In tegenstelling tot wat bijvoorbeeld geldt voor een letterkundig werk, een schilderij, een film of een muziekstuk – dat een objectieve uitingsvorm heeft – berust de identificatie van de smaak van een voedingsmiddel namelijk hoofdzakelijk op de smaakbeleving en smaakervaring. Die zijn evenwel subjectief en variabel, omdat zij met name afhankelijk zijn van factoren die eigen zijn aan de persoon die het betrokken product proeft, zoals diens leeftijd, voedselvoorkeuren en consumptiegewoonten, alsmede van de omgeving en de context waarin het product wordt geproefd, aldus het Hof. Een ander oordeel zou in strijd zijn met het beginsel van rechtszekerheid.
Daar komt bij dat het met de huidige stand van de wetenschap niet mogelijk is om met technische middelen de smaak van een voedingsmiddel voldoende nauwkeurig en objectief te identificeren. Zodoende kan een smaak niet goed worden onderscheiden van die van andere producten van dezelfde aard.
Conclusie: over smaak valt te twisten, maar je kunt hem niet beschermen.
Overigens is deze smaakzaak niet de enige procedure die Levola tegen Smilde heeft aangespannen om Witte Wievenkaas van de markt te krijgen. Eerder bogen rechters zich al over de vraag of Smilde met de naam en het etiket van haar smeerdip inbreuk maakte op de merkrechten van Levola.
Meer weten over de handhaving van intellectuele eigendomsrechten? Neem contact met ons op!
Julia Mascini