Home Actueel Arbeidsrecht Opzegverbod tijdens zwangerschap niet onbegrensd

Opzegverbod tijdens zwangerschap niet onbegrensd

Arbeidsrecht Archief
26-02-18

Werknemers genieten extra bescherming tegen ontslag. Maar die bescherming is niet grenzeloos. Bij een massaontslag hoeven zwangeren niet ontzien te worden, aldus het Europese Hof van Justitie.

De Spaanse bank Bankia moest in 2013, tijdens de financiële crisis, een groot aantal werknemers ontslaan. Onder hen was een zwangere vrouw. De vrouw was naar de rechter gestapt om haar ontslag aan te vechten, maar de bank werd in eerste aanleg in het gelijk gesteld. De hoogste rechter van Catalonië, die zich over de beroepszaak boog, vroeg advies aan  het Europese Hof om advies over de Europese richtlijn.

Het Europese Hof oordeelt dat het niet is toegestaan zwangeren te ontslaan, behalve in uitzonderingsgevallen. Als in een nationale regeling is opgenomen dat ook zwangere werknemers bij collectief ontslag hun baan kunnen verliezen, dan is ontslag toegestaan. De werkgever moet de zwangere dan wel op de hoogte stellen van de redenen en van de objectieve criteria die zijn gebruikt bij de ontslagronde. De zwangerschap zelf mag geen reden zijn voor ontslag. Lidstaten kunnen er wel voor kiezen extra bescherming voor zwangeren in te bouwen, aldus het hof.

In Nederland geldt tijdens de zwangerschap, het bevallingsverlof en tot zes weken na het bevallingsverlof, een opzegverbod, dat is vastgelegd in de Algemene wet gelijke behandeling en in het Burgerlijk Wetboek. In die periode mag een zwangere werknemer niet ontslagen worden. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en duurt tien aaneengesloten weken. Daar mogen zes weken bij worden opgeteld, maar de tijd van het genoten zwangerschapsverlof tot de bevalling moet er vervolgens weer van worden afgetrokken.

Het opzegverbod duurt nog zes weken na het moment dat de werkneemster haar werk na het bevallingsverlof weer hervat. Is een werkneemster na het bevallingsverlof nog ziek, dan schuift die termijn van zes weken ook op tot het moment dat de werkneemster zich beter meldt en weer aan de slag gaat.

Uitzonderingen

Is er sprake van een contract voor bepaalde tijd, dan kan het contract tijdens de zwangerschap aflopen. Als de zwangere werkneemster aannemelijk kan maken dat de werkgever het contract niet heeft verlengd vanwege haar zwangerschap, dan kan zij het niet verlengen van het contract aanvechten. Datzelfde geldt voor een beëindiging in de proeftijd. Bij een ontslag op staande voet geldt het opzegverbod tijdens zwangerschap niet.

Bedrijfsbeëindiging

Een hoofdstuk apart is de bedrijfsbeëindiging. Als sprake is van volledige bedrijfsbeëindiging of  van het beëindigen van de activiteiten van een onderdeel van het bedrijf, dan geldt geen opzegverbod. Voorwaarde is dan wel dat de werkneemster ten minste 26 weken op de vervallen arbeidsplaats werkzaam moet zijn geweest. Deze voorwaarde is in het leven geroepen om te voorkomen dat kwaadwillende werkgevers een zwangere werkneemster nog snel naar een kansloze functie overplaatsen.

Bescherming blijkt geen overbodige luxe: vorig jaar constateerde het College voor de Rechten van de Mens dat 43 procent van de zwangere vrouwen in Nederland zich gediscrimineerd voelde door de werkgever.

Meer weten over rechten van zwangere werknemers? Neem contact met ons op!

 

Deel dit artikel