Home Actueel Arbeidsrecht Opzegverbod tijdens loonsanctie

Opzegverbod tijdens loonsanctie

Arbeidsrecht Archief
03-07-18

Installatiebedrijf Elektro had volgens UWV niet voldaan aan zijn re-integratieverplichtingen jegens werknemer A. en kreeg daarom een loondoorbetalingsverplichting opgelegd. Elektro ging in beroep tegen die beslissing en liet de werknemer in de tussentijd weten dat de arbeidsovereenkomst werd opgezegd. Kan niet, zei de werknemer. Kan wel, zei de rechter.

Ruim 34 jaar werkte A. bij Elektro, maar in september 2014 wordt hij ziek. Niet voor een paar dagen of een week, maar hij blijft onafgebroken arbeidsongeschikt. In het kader van een WIA-aanvraag bepaalt UWV dat zijn ziekte een urenbeperking rechtvaardigt van 20 uur per week ingaande 1 september 2014. Maar UWV besloot in augustus 2014 de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Elektro niet aan haar re-integratieverplichtingen  had voldaan. UWV legde Elektro een loondoorbetalingsverplichting op voor de duur van één jaar ingaande 1 september 2014.

Elektro maakte bezwaar tegen de maatregel, maar UWV verklaarde het bezwaar in maart 2015 ongegrond, waarop Elektro in beroep ging bij de kantonrechter. De kantonrechter oordeelde  in december 2015 dat UWV het bezwaar ten onrechte ongegrond had verklaard en vernietigde het besluit. UWV liet in januari 2016 aan Elektro weten  zich in de uitspraak van de kantonrechter te berusten.

Opzegging vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid

In de tussentijd, in juni 2015 vroeg Elektro UWV om toestemming tot opzegging van de arbeidsovereenkomst, op basis van langdurige arbeidsongeschiktheid. UWV gaf die  toestemming en dus stuurde Elektro een brief aan A. waarin zij liet weten de arbeidsovereenkomst op te zeggen per 1 november 2015. Maar, zo stond er in de brief ‘Deze opzegging treedt alleen in werking, als de beslissing van  UWV d.d. 15-8-2014 (de loondoorbetalingsverplichting, red.) in bezwaar, beroep of hoger beroep wordt vernietigd.

De werknemer stuurde een brief terug en liet weten de nietigheid van de opzegging in te roepen, omdat er zou zijn opgezegd in strijd met het opzegverbod bij ziekte c.q. tijdens een loonsanctie. Via de kantonrechter eiste hij gelijk in deze kwestie. Daarnaast wilde hij voor 20 uur per week toegelaten worden om aangepast werk te komen doen en vorderde hij nog achterstallig loon. De kantonrechter  wees zijn vorderingen af, waarna A. in hoger beroep ging.

Voorwaardelijke opzegging?

In hoger beroep gaat het over de vraag of  de opzegging wel rechtsgeldig is, nu die vergezeld ging van de mededeling dat de opzegging alleen in werking treedt als “de beslissing van UWV d.d. 15-8-2014 (…) in bezwaar, beroep of hoger beroep wordt vernietigd” .

Een werkgever mag een arbeidsovereenkomst met een werknemer niet opzeggen als een werknemer ziek is, tenzij de arbeidsongeschiktheid ten minste twee jaar heeft geduurd. Die termijn wordt verlengd met de duur van het tijdvak waarmee UWV de termijn van loondoorbetaling heeft verlengd. A. was al langer dan twee jaar ziek en de loondoorbetalingsverplichting was door de rechter herroepen, dus de opzegging had aan de voorwaarden voldaan, aldus het hof. Want op het moment dat de ongeldigheid van het besluit werd vastgesteld en het besluit met terugwerkende kracht werd herroepen, moet het besluit van UWV geacht worden nimmer werking te hebben gehad. Dit betekent dat er direct sprake is geweest van een onvoorwaardelijke opzegging. Het betekent ook dat er geen verlenging van de loondoorbetalingsverplichting is geweest en er op het moment van de opzegging geen opzegverbod wegens ziekte gold. Opnieuw wordt A. in het ongelijk gesteld. De proceskosten komen voor zijn rekening.

Meer weten over ziekte, re-integratie en loondoorbetaling? Neem gerust contact met ons op!

Deel dit artikel