Home Actueel Archief Ook bedrijfsartsen maken wel eens fouten; wat dan?

Ook bedrijfsartsen maken wel eens fouten; wat dan?

Archief
24-12-15

Wanneer een werknemer ziek wordt, moeten de werkgever en werknemer er zo snel mogelijk voor zorgen dat de werknemer weer aan de slag gaat. Als dat niet in het eigen werk kan, dan in aangepast werk.

En als ook dat niet mogelijk is, moet zelfs naar werk buiten de organisatie van de eigen werkgever worden gezocht.

Omdat de werkgever en werknemer zelf vaak niet goed kunnen inschatten waartoe de werknemer ondanks de ziekte precies in staat is, schakelt de werkgever een arbo-arts, ook wel bedrijfsarts, in om te adviseren over de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer. De bedrijfsarts is overigens de enige die een dergelijk advies kan en mag geven. Huisartsen en specialisten zijn daarvoor niet opgeleid en mogen dergelijk oordelen daarom niet geven.

Tegen de tijd dat de werknemer bijna twee jaar ziek is, komt de tijd om een WIA-uitkering aan te vragen. UWV zal op dat moment zelfstandig de belastbaarheid van de werknemer beoordelen. Regelmatig komt het voor dat de arts van UWV tot een ander oordeel komt dat de bedrijfsarts. Dit leidt dikwijls tot het oordeel dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen om de werknemer aan het werk te krijgen, waardoor de werknemer het loon nog een extra jaar moet doorbetalen; een situatie waar de werkgever meestal niet op zit te wachten, maar de werknemer vaak ook niet.

Hoewel je tegen een dergelijk oordeel in bezwaar kunt gaan, leert de ervaring dat dat niet altijd tot een ander oordeel leidt. Dit stuit op onbegrip bij werkgevers. Hij heeft al die tijd zeer nauwkeurig de adviezen van zijn bedrijfsarts gevolgd en nu wordt hij toch gestraft omdat hij niet genoeg zou hebben gedaan.

Als werkgever ben je verantwoordelijk voor het handelen van de ingeschakelde bedrijfsarts. Als die een verkeerde beoordeling maakt, komt die voor rekening en risico van de werkgever. Hoe kun je dit nu voorkomen?

Het is verstandig om als werkgever kritisch te zijn op het oordeel van de bedrijfsarts.  Het is onverstandig om zonder meer af te gaan op diens mening. Zeker wanneer je als werkgever twijfelt aan de juistheid van het advies van de eigen bedrijfsarts, is het raadzaam een second opinion bij een andere bedrijfsarts te vragen, liefst een die niet verbonden is aan dezelfde arbodienst. Ook als er geen twijfels zijn, is het verstandig om na verloop tijd een andere arts te raadplegen. Wellicht heeft die andere arts een ander oordeel. Als dat het geval is, kunnen de artsen gezamenlijk in overleg over de verder te bewandelen route. Hebben ze eenzelfde mening, dan zal het met twee gelijkluidende adviezen gemakkelijker zijn om UWV te zijner tijd te overtuigen van de juistheid daarvan.

Helaas is het nooit mogelijk om ieder risico in dit kader uit te sluiten. Maar als werkgever kun je wel verschillende checks instellen om de risico’s zoveel als mogelijk te beperken. Wanneer u advies wenst over de verdere mogelijkheden, kunt u contact met mij opnemen.

 

Deel dit artikel