Het nieuwe kabinet wil werkgeverschap aantrekkelijker maken. Volgens de coalitiepartijen zijn verantwoordelijkheden nu te eenzijdig bij de werkgever neergelegd.
De WWZ heeft het werkgevers onmogelijk gemaakt om met een mengelmoes van ontslaggronden bij de rechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te vragen. De rechter kan een ontbinding alleen toewijzen indien in ieder geval één van de ontslaggronden volledig is voldragen en de werknemer niet kan worden herplaatst. De werknemer heeft dan recht op de transitievergoeding, waarvan de hoogte volledig losstaat van de ontslagreden.
Cumulatiegrond
In de praktijk leidt de eis dat de werkgever moet kunnen aantonen dat er sprake is van minimaal één volledig voldragen ontslaggrond (door middel van een uitgebreid dossier) tot veel afwijzingen van ontbindingsverzoeken. Het nieuwe kabinet vindt dat daardoor onwenselijke situaties kunnen ontstaan: soms kunnen partijen echt niet verder met elkaar, maar toch kan de rechter niet ontbinden. Bovendien kan de strikte ontslagregeling werkgevers huiverig maken om contracten voor onbepaalde tijd aan te gaan. Deze regeling wordt daarom versoepeld.
Als niet in één afzonderlijke ontslaggrond een wettelijke basis voor ontslag ligt, kan ontslag toch mogelijk zijn als door meerdere gronden te combineren om tot één geheel te komen (bijvoorbeeld verwijtbaar handelen gecombineerd met disfunctioneren en een verstoorde arbeidsrelatie). De rechter moet dan beslissen of dat ontslag gerechtvaardigd is op basis van de cumulatie van omstandigheden. In zo’n geval kan de rechter wel een extra vergoeding toekennen aan de werknemer van maximaal de helft van de transitievergoeding bovenop de reeds bestaande transitievergoeding.
Transitievergoeding
Ook de transitievergoeding is onderwerp in het regeerakkoord. Werknemers krijgen, als het aan het kabinet ligt, vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst recht op de transitievergoeding in plaats van pas na twee jaar. Daarnaast zal ook na 10 jaar dienstverband per jaar 1/3 maandsalaris worden opgebouwd voor de transitievergoeding. Nu wordt na 10 jaar dienstverband 1/2 maandsalaris opgebouwd.
De mogelijkheid om scholingskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding wordt verruimd. Ook kosten voor scholing binnen de eigen organisatie gericht op een andere functie kunnen op de transitievergoeding in mindering worden gebracht. Voor scholing gericht op inzetbaarheid binnen de eigen functie verandert er niets: die kosten zijn niet verrekenbaar en zullen dat ook niet worden.
Scherpe randjes
Vooral MKB-ers worden geholpen omdat het kabinet enkele scherpe randjes van de huidige regeling rondom de transitievergoeding wil verzachten. Werkgevers moeten compensatie krijgen voor de verschuldigde transitievergoeding bij ontslag van een werknemer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid en ze hoeven geen transitievergoeding te betalen bij ontslag om bedrijfseconomische redenen als een cao-regeling van toepassing is. Voorstellen hiertoe liggen overigens al in de Tweede Kamer.
De criteria om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling transitievergoeding voor kleine werkgevers wordt ruimer en daarmee eenvoudiger. Het kabinet wil ook de werkgever die zijn bedrijf beëindigt wegens pensionering of ziekte tegemoet komen. Er wordt gewerkt aan voorstellen om de transitievergoeding in dat geval onder voorwaarden te compenseren. Hiervoor wordt door het kabinet 100 miljoen euro gereserveerd.
Meer weten over de ontslag en de transitievergoeding? Neem contact met ons op!