In 2019 (dus pré COVID-19) telde Nederland 767.571 arbeidsmigranten, waarvan 374.200 als uitzendkracht werkten en 393.371 een direct dienstverband bij de inlener hadden. De arbeidsmigranten die in Nederland werken hebben over het algemeen geen eigen huis of verblijfplaats in Nederland en moeten dus gehuisvest worden. Deze huisvesting wordt vaak verzorgd door de uitzendondernemer of een daaraan gelieerde organisatie. Vaak huurt de uitzendonderneming zelf kamers aan om vervolgens weer onder te verhuren aan arbeidsmigranten. In sommige gevallen verhuurt de uitzendonderneming rechtstreeks eigen kamers aan de arbeidsmigrant. Om problemen te voorkomen is het als uitzendonderneming belangrijk om het papierwerk goed te regelen.
Enige tijd geleden schreef ik al een blog met tips and tricks voor de verhuur van woonruimte (vaak kamerverhuur) aan arbeidsmigranten. Ik adviseerde om een huurovereenkomst van naar zijn aard korte duur te gebruiken en daar bepaalde overwegingen in op te nemen om ervoor te zorgen dat geen huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met huurbescherming ontstaat. De uitzendonderneming die zorgdraagt voor huisvesting van de arbeidsmigrant heeft echter niet alleen met het huurrecht te maken, maar ook met de ABU cao voor Uitzendkrachten. Hoe dat zit, leg ik uit in deze blog.
Met ingang van 17 november 2021 heeft de ABU met de vakbonden FNV, CNV en De Unie een CAO voor Uitzendkrachten gesloten met een looptijd tot 2 januari 2023. In de ABU cao staan allemaal afspraken over bijvoorbeeld salaris, werktijden, verlofrechten, pensioen, enzovoorts.
Hoofdstuk 8 van de ABU cao heeft betrekking op bijzondere groepen werknemers. Eén daarvan betreft de arbeidsmigranten. Artikel 36 bevat een regeling voor de huisvesting van deze arbeidsmigranten. Deze regeling geldt alleen voor de niet-permanent in Nederland wonende uitzendkracht die:
Hieronder valt niet de uitzendkracht die grensarbeider is en zijn permanente thuisadres in België of Duitsland heeft en werkt in Nederland.
Artikel 36 van de ABU cao betreft de huisvesting van de arbeidsmigrant en luidt als volgt:
Overigens bevat de NBBU-cao in artikel 36 een gelijkluidende bepaling.
Uitzendondernemingen moeten goed opletten, want de hiervoor geciteerde leden 5 en 6 zijn met ingang van 1 januari 2022 gewijzigd. Voor dat moment gold op grond van lid 5 dat de uitzendonderneming de uitzendkracht bij het eindigen van de uitzendovereenkomst een redelijke termijn moest bieden om de woning te verlaten. Die redelijke termijn was afhankelijk van bepaalde omstandigheden die weinig houvast boden bij het bepalen van de redelijkheid. Zo gold dat de redelijke termijn langer werd i) naarmate er gedurende de uitzendovereenkomst onzekerheid bestond over het einde van de uitzendovereenkomst en ii) naarmate de termijn dat voor de uitzendorganisatie gewerkt was langer was. Ook was de duur van de redelijke termijn afhankelijk van de mogelijkheden om terug te keren naar het land van herkomst. Bij een uitzendovereenkomst met uitzendbeding was op grond van het oude lid 6 in ieder geval een termijn van 10 werkdagen redelijk (bij een terbeschikkingstelling van meer dan 26 gewerkte weken).
Dat is nu dus anders. Op grond van het huidige lid 5 geldt een overgangstermijn (lees: ontruimingstermijn) van 4 weken waarbinnen de arbeidsmigrant de kamer of woning die hij huurt van de uitzendonderneming dient te verlaten. Gedurende die 4 weken blijft de arbeidsmigrant wekelijks dezelfde huurprijs voldoen.
Ook nieuw is dat de uitzendonderneming bij het innen van de huur en het beëindigen van de huisvesting rekening dient te houden met de bijzondere persoonlijke omstandigheden van de arbeidskracht waardoor hij buiten zijn toedoen de huur niet kan betalen of ziek is. De uitzendonderneming dient dan een passende termijn te bieden om de huisvesting te verlaten. Ook hierbij worden weer de onzekerheid over het einde van de uitzendovereenkomst en de mogelijkheden om terug te keren naar het land van herkomst meegenomen.
De uitzendorganisatie die arbeidsmigranten huisvest moet bij het sluiten van de huurovereenkomst niet alleen de juiste huurovereenkomst gebruiken om ervoor te zorgen dat geen huurbescherming ontstaat, maar moet ook rekening houden met de juiste ontruimingstermijn van de huisvesting bij het eindigen van de uitzendovereenkomst.
Neem bij vragen over de regels bij de verhuur van huisvesting aan arbeidsmigranten contact met mij op (huurrechtspecialist). Andere vragen over flexibele arbeidsrelaties? Neem dan contact op met Marita Hoogeveen.