Dat het niet zonder meer is toegestaan om een gehuurde woning via websites als Airbnb onder te verhuren, is inmiddels algemeen bekend. Zowel huurders als verhuurders zijn zich hiervan bewust. Er is een stormloop aan uitspraken geweest waarbij huurovereenkomsten werden ontbonden en ontruimingen werden toegewezen wegens die verhuur via dergelijke websites. Een uitspraak waarin de vordering tot ontbinding en ontruiming wordt afgewezen, valt dan natuurlijk extra op.
Wat speelde er? Woningcorporatie Eigen Haard verhuurde een sociale huurwoning. Op grond van de algemene voorwaarden was het niet toegestaan om de woning geheel of gedeeltelijk onder te verhuren. Op enig moment heeft Eigen Haard een melding gekregen dat de woning werd verhuurd via Airbnb. Op de website van Airbnb trof Eigen Haard een account op naam van de huurster van de woning aan. Op het account stond ook een profielfoto van de huurster. De woning werd te huur aangeboden voor € 60,- per doordeweekse nacht en € 70,- per nacht in het weekend. Er waren meerdere recensies over de huurwoning geplaatst op Airbnb. De recensies dateerden uit juli 2016, augustus 2016, september 2016 en juni 2017. Ook had Eigen Haard schriftelijke verklaringen van omwonenden verkregen waarin onder andere melding werd gemaakt van mensen met rolkoffers en rugzakken die bij de woning waren gesignaleerd.
Voor Eigen Haard was het voorgaande voldoende om de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning te vorderen in een procedure. De huurster heeft in die procedure ontkend dat zij de woning (deels) onderverhuurde via Airbnb. Volgens de huurster wilde iemand haar een hak zetten en was de profielfoto van haar Instagram-account gehaald. Geen van de negen recensies had volgens de huurster betrekking op de door haar gehuurde woning. Aangezien de schriftelijke verklaringen van omwonenden anoniem door Eigen Haard in de procedure waren gebracht, diende daar volgens de huurster weinig waarde aan te worden gehecht.
De kantonrechter vond het verweer van de huurster niet erg geloofwaardig. De kantonrechter ging er dan ook vanuit dat de huurster de woning (minimaal) negen keer via Airbnb had verhuurd. Dit gebeurde zonder toestemming en was niet toegestaan. De huurster was dus tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. Volgens de huurster was deze tekortkoming echter niet voldoende om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen.
Volgens de kantonrechter heeft Eigen Haard als woningcorporatie belang bij strikte handhaving van de verplichtingen ten aanzien van de sociale huurwoningen. Daar gaat immers een preventieve werking vanuit jegens de andere huurders. Die zullen zich wel twee keer bedenken voordat zij een sociale huurwoning illegaal onderverhuren. Toch vond de kantonrechter dat Eigen Haard zelf aan die preventieve werking af had gedaan, door negen maanden te wachten met het aanhangig maken van een procedure nadat ze de melding over verhuur via Airbnb van de betreffende woning had ontvangen. De kantonrechter besteedde verder aandacht aan het feit dat niet de hele woning was verhuurd, maar dat slechts een slaapkamer werd verhuurd terwijl de huurster zelf ook nog in de woning verbleef. De sociale huurwoning was daarom niet aan de woningvoorraad onttrokken. Van enige overlast was verder niet gebleken. De kantonrechter overwoog ook dat de verhuur van de woning via Airbnb had plaatsgevonden in een periode waarin mogelijk nog twijfel bestond over de (on)toelaatbaarheid van verhuur via Airbnb. Eigen Haard heeft daarna haar algemene voorwaarden ook aangepast en daar een specifiek verbod van verhuur via websites als Airbnb in opgenomen.
De slotsom van het voorgaande was dat de kantonrechter oordeelde dat de ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd was. De ontbinding zou gezien het belang van huurster en haar schoolgaande kinderen, die onder begeleiding van jeugdzorg waren, niet rechtvaardig zijn. Ik verwacht dat Eigen Haard hier hoger beroep tegen in zal stellen. Als dat gebeurt, zal ik zeker op de zaak terugkomen.