Mag je als dealer of wederverkoper een merk gebruiken voor de verkoop van merkproducten die rechtstreeks van de merkhouder of via andere geautoriseerde kanalen worden afgenomen? Over deze vraag hebben meerdere rechterlijke instanties zich de afgelopen jaren gebogen.
Merkgebruik in domeinnamen op de website, in handelsnamen, in e-mailadressen of via social media kanalen door wederverkopers en dealers kan voor een merkhouder een doorn in het oog zijn. Vooral als dit de eigen marketing- en merkstrategie doorkruist.
Uit de Europese rechtspraak volgt dat een wederverkoper of dealer het merk mag gebruiken voor de aankondiging van de verdere verhandeling van de merkproducten (lees: in reclame) indien de merkproducten met toestemming van de merkhouder in de EER (Europese Economische Ruimte) op de markt zijn gebracht. Indien dit het geval is, dan mag de wederverkoper of dealer in reclame-uitingen onder omstandigheden ook het merk en het logo van de merkhouder gebruiken voor het aanbieden van zijn producten. Dit gebruik wordt dan gezien als bonafide refererend merkgebruik. Hierbij maakt het niet uit of de wederverkoper of dealer deze merkproducten nu rechtstreeks van de merkhouder heeft gekocht of niet.
Maar er kan ook sprake zijn van merkgebruik dat als niet eerlijk gebruik wordt gezien, tegen welk gebruik de merkhouder zich kan verzetten. Wanneer is er nu sprake van niet eerlijk merkgebruik door wederverkopers en dealers? Hiervan is sprake indien door het gebruik van het merk bij het publiek de indruk wordt gewekt dat er een bijzondere commerciële band tussen de wederverkoper of dealer en de merkhouder bestaat. Deze indruk kan ontstaan als de wederverkoper of dealer het merk, eventueel in combinatie met andere tekens zoals de handelsnaam of domeinnaam, gebruikt of gebruikt als onderscheidingsteken voor zijn onderneming of de aangeboden diensten. Het merk wordt dan niet alleen gebruikt voor de reclame-uitingen van de merkproducten.
Recent heeft het Hof Den Haag geoordeeld dat een wederverkoper van onder meer schilderproducten van het merk Talens door de registratie en het gebruik van het merk Talens in (onder meer) een domeinnaam inbreuk maakt op de merkrechten van Talens. De wederverkoper verkocht de Talens producten via de webshop: www.talensshop.nl:
Het Hof is van oordeel dat sprake is van verwarringsgevaar nu de wederverkoper het woord Talens geheel in de domeinnaam heeft overgenomen en het woordelement ‘shop’ slechts beschrijvend is. De waren en diensten van de wederverkoper voor wat betreft de Talens-producten zijn volgens het Hof soortgelijk. Ook het publiek waar Talens en de wederverkoper zich op richten, te weten consumenten van schilder- en tekenbondigheden, is hetzelfde. Bovendien speelt een rol dat de wederverkoper door het gebruik van het merk Talens in onder andere de domeinnaam profiteert van de reputatie en het onderscheidend vermogen van het bekende merk Talens.
Het Hof oordeelt dan ook dat sprake is van merkinbreuk. Er wordt door de wederverkoper de indruk gewekt dat sprake is van een bijzondere commerciële band zodat geen sprake is van eerlijk merkgebruik. Talens heeft dan ook een gegronde reden om zich tegen dit gebruik te verzetten voor zover de Talens merken worden gebruikt op een andere manier dan het gebruik in reclame ten behoeve van het aanbieden van merkproducten.
Het gebruik van disclaimers op de website met de aanduiding “onafhankelijk Talens dealer” of “deze website is geen onderdeel van Royal Talens” maakt dit oordeel niet anders. Het gebruik van het woord ‘dealer’ suggereert volgens het Hof bovendien een bijzondere band met Talens.
Merkhouders kunnen dus wel degelijk optreden tegen het gebruik van het merk door wederverkopers voor zover dit gebruik verder gaat dan het gebruik in reclame ten behoeve van het aanbieden van de merkproducten.
De wederverkoper van de Talensproducten mag de domeinnaam talensshop.nl niet meer gebruiken. De merkhouder wel: