Home Actueel Archief Omzetprognoses: niet zonder risico!

Omzetprognoses: niet zonder risico!

Archief
21-10-14

Het is niet ongebruikelijk dat een franchisegever voor het aangaan van de franchiseovereenkomst een omzetprognose aan een (aspirant) franchisenemer verstrekt. Deze informatie is belangrijk en speelt voor veel (aspirant) franchisenemers een grote rol in de beslissing om zich aan te sluiten bij een formule. Maar wat nu als de werkelijkheid niet beantwoordt aan de prognose?

 

Kan de franchiseovereenkomst dan worden aangetast? En heb je als teleurgestelde franchisenemer dan recht op terugbetaling van je inleg en/of schadevergoeding? Deze vragen worden regelmatig aan de rechter voorgelegd. Zo ook in een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam gepubliceerd op 14 oktober 2014.

 

Waar ging het om?

Tussen partijen kwam op 31 januari 2012 een franchiseovereenkomst voor vijf jaar tot stand. In haar powerpointpresentie – getoond tijdens het kennismakingsgesprek twee maanden eerder – heeft de franchisegever opgenomen dat de formule een uniek en beproefd concept is. In twee overzichten van de franchisegever staat verder vermeld dat de gemiddelde omzet € 58.350,- bedraagt. De ‘topomzet’ zou zelfs € 102.600,- op jaarbasis zijn.

 

De franchisenemer haalde deze gemiddelde omzet echter bij lange na niet. Over de hele looptijd van de overeenkomst kwam zij niet verder dan een omzet van een kleine € 2.000,-. Na hier met de franchisegever over te hebben gesproken, heeft de franchisenemer de overeenkomst (onder meer) vernietigd wegens dwaling. Hieraan heeft zij ten grondslag gelegd dat zij voor wat betreft de omzetprognose onjuist is geïnformeerd en dat er door de franchisegever informatie is achtergehouden.

 

In de procedure vordert de franchisenemer naast terugbetaling van de inleg tevens een verklaring voor recht dat zij de overeenkomst rechtsgeldig heeft vernietigd.

 

Verweer franchisegever

 

Wat oordeelde de rechter?

De rechtbank Amsterdam heeft aansluiting gezocht bij het standaardarrest van de Hoge Raad van 25 januari 2002. In dat arrest is geoordeeld dat het mogelijk is een franchiseovereenkomst op grond van dwaling te vernietigen, indien de franchisenemer in dwaling is gebracht als gevolg van fouten in een door de franchisegever verstrekte omzet-of winstprognose. Een franchisegever is in zijn algemeenheid niet verplicht een omzet- of winstprognose te verstrekken, maar als zij dat wel doet dan dient deze prognose te berusten op een deugdelijk (markt- en vestigings-)onderzoek.

 

Is er in deze zaak een omzetprognose verstrekt? Partijen zijn het hier niet over eens. Wie moet dat dan bewijzen? In dit geval is dat de franchisenemer. Indien zij slaagt in haar bewijsopdracht, dan zal vervolgens onderzocht moeten worden of de omzetprognose – zoals de franchisenemer stelt –  onjuist is geweest. De rechter beantwoordt deze vraag – vanwege het uitzonderlijke grote verschil tussen de omzetprognose en de uiteindelijk behaalde omzet – voorlopig bevestigd. Het is in dat geval aan de franchisegever om dat te ontkrachten.

 

De zaak is aangehouden in afwachting van bewijslevering door de franchisenemer. De definitieve uitspraak zullen wij in een later artikel bespreken.

 

Relevantie voor de praktijk  

Deze uitspraak leert maar weer eens dat omzetprognoses in de franchisepraktijk een belangrijke rol spelen. Franchisegevers dienen erop bedacht te zijn dat indien zij een prognose verstrekken, deze wel juist moet zijn en moet berusten op een deugdelijk (markt- en vestigings-)onderzoek. Zo niet, dan zou het wel eens zou kunnen zijn dat de franchiseovereenkomst sneuvelt, met alle financiële gevolgen van dien.

 

Meer weten? De advocaten van Köster Advocaten hebben ruime ervaring met de problematiek op het gebied van omzetprognoses. Wij beantwoorden graag uw vragen!

Deel dit artikel