Home Actueel Arbeidsrecht NOW: het effect van een lagere loonsom – mogelijk actie vereist!

NOW: het effect van een lagere loonsom – mogelijk actie vereist!

Arbeidsrecht Corona
06-04-20

Wij hebben je de afgelopen week uitvoerig geïnformeerd over de NOW.  Afgelopen vrijdag heeft de minister een viertal wijzigingen in de regeling aangebracht:

  1. Aanpassing van de berekening van de definitieve subsidie, indien sprake is van een daling van de loonsom en bij aanvraag UWV voor ontslag om bedrijfseconomische redenen.
  2. Verruiming van de termijn waarbinnen de subsidie definitief vastgesteld wordt, van 22 weken naar 52 weken. Dat biedt de mogelijkheid om soms nadere controles te verrichten.
  3. Mogelijkheid om een buitenlands rekeningnummer om te zetten naar een Nederlands rekeningnummer.
  4. Toetsing UWV bij aanvraag ontslag wegens bedrijfseconomische reden: werkgever moet aannemelijk maken dat de NOW geen alternatieve oplossing biedt, waarmee ontslag voorkomen kan worden.

De belangrijkste wijziging ziet op maatregel 1: de gevolgen van de daling van de loonsom, ten opzichte van de loonsom van januari 2020. De nadelige effecten hiervan kunnen aanzienlijk zijn en vereisen onmiddellijke aandacht om die te beperken.

Verlaging loonsom

Naar aanleiding van de aanvraag tot subsidie, wordt een voorschot toegekend dat gebaseerd is op de loonsom van de maand januari 2020 (of november 2019 als over januari 2020 geen gegevens bekend zijn bij UWV; deze nuancering maken we één keer in dit bericht, maar geldt steeds als gesproken wordt over ‘januari 2020’). Deze loonsom is voor UWV in het verdere traject maatgevend.

Achteraf wordt de werkelijke subsidie berekend. Binnen 24 weken na afloop van het door de werkgever gekozen relevante tijdvak van drie maanden voor de omzetdaling, dient de werkgever de definitieve vaststelling van de subsidie aan te vragen. Hierbij geeft de werkgever inzicht in de werkelijke loonsom over de maanden maart tot en met mei 2020. Wanneer deze daadwerkelijke loonsom gemiddeld hoger is dan die van januari 2020, vindt geen verhoging van de toe te kennen subsidie plaats. Wanneer de daadwerkelijke loonsom gemiddeld lager was dan in januari 2020, vindt wel een aanpassing naar beneden plaats. In de eerdere tekst van de regeling was onduidelijk op welke wijze deze correctie naar beneden zou plaatsvinden. Daarover is nu duidelijkheid gekomen, maar dit heeft verdergaande gevolgen voor werkgevers dan eerder voorzien.

Bij een daling van de loonsom wordt de subsidie altijd gekort met 90% van de loonsomdaling. Bij die korting wordt (dus) het percentage van de omzetdaling genegeerd.

Een rekenvoorbeeld:

Een werkgever heeft in in januari 2020 een loonsom van € 1.000.000 en een verwachte omzetdaling van 50%. Dat leidt tot een verwachte vaststelling van de subsidie van (0,5 x € 1.000.000 x 3 x 1,3 x 0,9) = € 1.755.000 in totaal. Hiervan krijgt de werkgever een voorschot van € 1.404.000, te weten 80%.

De gerealiseerde omzetdaling blijkt achteraf daadwerkelijk 50% te zijn. De uiteindelijke loonsom over de maanden maart, april en mei 2020 is € 2.400.000. Het verschil in loonsom (gemiddeld € 200.000 per maand minder) wordt als volgt verwerkt in de vaststelling:

Het eerste deel van de subsidie wordt vastgesteld zoals verwacht, € 1.755.000 in totaal. Aangezien de loonsom met in totaal € 600.000 is gedaald, wordt het bedrag van de subsidie (en dus niet louter de variabele van de loonsom) verminderd. Deze vermindering is (€ 1.000.000 x 3) – € 2.400.000) x 1,3 x 0,9 = € 702.000. De subsidie wordt dus vastgesteld op € 1.755.000 – € 702.000 = € 1.053.000.

Er wordt € 1.404.000 – € 1.053.000 = € 351.000 teruggevorderd van de werkgever.

Wanneer alleen de loonsom verminderd zou worden in de berekening (en dus rekening gehouden was met de omzetdaling van 50%), zou de uitkomst de volgende zijn geweest: (0,5 x € 2.400.000 x 1,3 x 0,9) = € 1.404.000. Doordat geen rekening wordt gehouden met het omzetverlies, wordt de werkgever dus voor een bedrag van € 351.000 extra gekort in de subsidie. De verlaging van de loonsom van € 600.000 leidt dus tot een verlaging van de subsidie van € 702.000 in plaats van slechts € 351.000. Per saldo heeft de loonsomverlaging bij deze werkgever dus geleid tot een negatief in plaats van een positief effect. Dit effect wordt versterkt naar mate de omzetdaling een lager percentage is.

Een verlaging van de loonsom kan het gevolg zijn van het niet verlengen van contracten voor bepaalde tijd, het niet doorbetalen van oproepkrachten of – voor uitzendondernemingen – uitzendkrachten in fase A met een overeenkomst met uitzendbeding, die door de opdrachtgever naar huis gestuurd zijn. Het is dus verstandig goed na te denken en de gevolgen door te rekenen, voordat je als werkgever besluit om over te gaan tot niet-verlenging van contracten of niet/minder doorbetalen van oproepkrachten. Dit kan immers potentieel juist een negatief financieel effect hebben. Een proeftijdontslag zal meestal geen negatieve effecten hebben, omdat deze werknemers in januari 2020 nog niet in dienst waren en dus niet voor de loonsom van januari 2020 meetellen.

UWV ontslagen

Zoals al bekend was (en in onze eerdere berichten uitvoerig toegelicht), heeft het indienen van een verzoek bij UWV voor ontslag op bedrijfseconomische gronden een extra negatief effect op de hoogte van de subsidie. Als een werkgever een dergelijk verzoek indient in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 en dat verzoek niet binnen 5 werkdagen intrekt, krijgt hij te maken met een sanctie in de subsidieberekening. Deze sanctie wordt ook toegepast wanneer de arbeidsovereenkomst pas na 31 mei eindigt en zelfs als UWV het verzoek afwijst en er dus helemaal geen beëindiging volgt.

De sanctie waarmee werkgevers in deze situatie geconfronteerd worden is heviger dan in de hierboven omschreven situaties. De korting die wordt toegepast wordt namelijk niet beperkt tot het loon van de betrokken werknemer, maar 1,5 keer dat bedrag. Ook bij deze berekening wordt geen rekening gehouden met het percentage van het omzetverlies.

Conclusie

Wanneer je als werkgever optimaal gebruik wilt maken van de NOW regeling, is het verstandig goed in de gaten te houden dat de loonsom over de maanden maart tot en met mei 2020 gelijk blijft aan de loonsom over de maand januari 2020. Gaat de loonsom omlaag of vraag je ontslag aan voor een werknemer, dan kan dit vergaande negatieve gevolgen hebben voor de definitieve subsidieberekening. Het loont dan mogelijk de moeite om werknemers door te betalen, waar dat wettelijk niet vereist is.

Voor een nadere toelichting zijn de advocaten van ons Team Arbeidsrecht graag beschikbaar.

Nienke Klazinga

Deel dit artikel