Om uiteindelijk de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) op personen van toepassing te verklaren, zijn er meerdere wegen die naar ‘Rome’ leiden.
Zo kan het minnelijke traject gevolgd worden via de schuldhulpverlening. Onderdeel van dit traject is het aanbieden van een akkoord. Wanneer zo’n akkoord uitblijft, kan bij de rechtbank een verzoek worden ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Wat ook kan, is eerst persoonlijk failliet gaan, om vervolgens vanuit het faillissement te verzoeken om opheffing van het faillissement met gelijktijdig uitspreken van de WSNP.
Onlangs kwam de Rechtbank Rotterdam tot een opmerkelijke vaststelling van de duur van de WSNP. Zo oordeelde zij dat indien de verzoekster niet via een faillissement in de WSNP terecht zou zijn gekomen, maar via een reguliere schuldhulpverlening een minnelijk traject zou hebben moeten volgen, dat dit in de praktijk vaak in ieder geval elf maanden in beslag had genomen. Het faillissement duurde langer dan die elf maanden. De rechtbank stelde mede daardoor vast dat de looptijd van de WSNP niet drie jaar, maar twee jaar en acht maanden hoeft te duren. Bij het verzoeken om de toepassing van de WSNP heeft de rechtbank dus de vrijheid om de duur van de WSNP te matigen. Het is dus verstandig om daar rekening mee te houden bij het verzoek en met zoveel mogelijk argumenten te komen die zo’n beslissing kunnen onderbouwen. Zeker wanneer daarom verzocht wordt bij de omzetting vanuit een faillissement.
Mocht u vragen hebben over een persoonlijk faillissement of de toepassing van de WSNP, neemt u dan gerust contact op, tel. 023-5125025.
