De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2019. In dit wetsvoorstel is onder meer een wijziging opgenomen van de vervaltermijnen voor het indienen van verzoeken die te maken hebben met het einde van de arbeidsovereenkomst. Door het wetsvoorstel wordt de termijnen voor het indienen van een dergelijk verzoekschrift in sommige situaties verlengd.
In art. 7:686a lid 4 BW wordt geregeld binnen welke termijnen een verzoekschrift moet worden ingediend. Er gelden termijnen van twee dan wel drie maanden voor het instellen van procedures om een gegeven ontslag aan te vechten, een transitie- of billijke vergoeding te vorderen of om een arbeidsovereenkomst te laten ontbinden als UWV WERKbedrijf heeft geweigerd toestemming te verlenen voor opzegging van een arbeidsovereenkomst.
Tot nu toe was de Algemene Termijnenwet niet van toepassing op de bovengenoemde termijnen. Dit betekende dat de termijn niet opschoof naar de volgende werkdag op het moment dat de laatste dag van de termijn op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag viel. Hierdoor werd de termijn voor het indienen van een verzoek verkort wanneer de termijn eindigde op een van de genoemde dagen. De wetgever acht deze verkorting niet wenselijk. Degene die een verzoek wil indienen, heeft daartoe voldoende tijd nodig, vindt de wetgever.
Het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2019 bevat verder kleinere wijzigingen die zowel de arbeidsrechtelijke wetgeving als de socialezekerheidswetgeving betreffen. Het gaat om tekstuele aanpassingen, technische verbeteringen en verheldering van bepaalde punten. Tot slot dienen enkele voorstellen ter verduidelijking en nadere invulling van eerder gemaakte beleidskeuzes en het herstellen van onzorgvuldigheden. Met de voorgestelde wijzigingen worden geen substantiële beleidswijzigingen beoogd.
Meer weten over het indienen van een verzoekschrift bij de kantonrechter? Neem gerust contact met ons op!
Liselotte Mannaerts