Home Actueel Archief Meer duidelijkheid over billijke vergoeding

Meer duidelijkheid over billijke vergoeding

Archief
03-07-17

Hogere vergoeding bij ontslag weer mogelijk, kopte De Volkskrant. De Hoge Raad zou afgelopen vrijdag, 30 juni, een opzienbarende uitspraak dienaangaande gedaan hebben.

De Wet Werk en Zekerheid voorziet in een transitievergoeding bij ontslag door de werkgever. Daarnaast zijn er twee situaties waarin de werkgever een billijke vergoeding moet betalen. De eerste is als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Ook kan een billijke vergoeding worden toegekend in plaats van het herleven van de arbeidsovereenkomst.

Er bestaat geen rekenformule voor de billijke vergoeding en het is dan ook lastig om de hoogte  vast te stellen, zo blijkt uit literatuur en jurisprudentie. Wel is in de parlementaire toelichting vrij duidelijk gesteld dat het oude gevolgencriterium niet de grondslag is.  In die toelichting is opgemerkt dat de hoogte van de billijke vergoeding naar haar aard in relatie zal staan tot het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever en niet tot de gevolgen van het ontslag. Die gevolgen worden geacht reeds te zijn verdisconteerd in de transitievergoeding.

“De kantonrechter kijkt, bij de vraag of een billijke vergoeding moet worden toegekend, vooral of sprake is van ernstig verwijtbaar gedrag bij de werkgever, maar in de praktijk zie je dat gerechtshoven ook al wél naar de gevolgen voor de werknemer kijken”, zegt Nienke Klazinga. “Ook de Hoge Raad heeft nu gezegd dat gevolgen en omstandigheden wél bepalend kunnen zijn. Zij zegt in dit arrest dat de billijke vergoeding berekend moet worden op basis van alle omstandigheden van het geval. De duur van het dienstverband of de gevolgen van het ontslag mogen dus niet expliciet buiten beschouwing blijven. Maar hier moet ook weer niet een te algemene betekenis aan toegekend worden. De uitspraak heeft namelijk betrekking op de billijke vergoeding die in de plaats treedt van het herleven van de arbeidsovereenkomst en dus niet zozeer het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever, te weten de billijke vergoeding uit artikel  7:681 BW.  Daarin staat dat de rechter op verzoek van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever kan vernietigen, óf een billijke vergoeding door de werkgever aan de werknemer kan toekennen, onder meer als de werkgever in strijd met art. 7:671 BW heeft opgezegd zonder dat daarvoor voldoende redenen bestaan.

Volgens de Hoge Raad mag de billijke vergoeding niet worden ingezet als straf voor de werkgever, maar met de billijke vergoeding kan wel worden tegengegaan dat werkgevers voor een vernietigbare opzegging kiezen omdat dit voor hen voordeliger is dan het op de juiste wijze beëindigen van de arbeidsovereenkomst of het in stand houden daarvan, aldus de Raad.

Meer weten over regels en vergoedingen bij ontslag?

 

Deel dit artikel