Een eigenaar van een huis in Hoogerheide (gemeente Woensdrecht) doet er alles aan om uit zijn eigen huis gezet te worden. De Raad van State begrijpt niet goed wat hem beweegt.
In 2001 kocht Jan Pertijs een woning aan de Aviolandalaan in Hoogerheide, naast de vliegbasis. De makelaar had hem niet verteld – althans, dat zegt Pertijs – dat er geen woonbestemming meer op het pand rustte. De Woensdrechtse gemeenteraad had drie jaar eerder bepaald dat er niet langer gewoond mag worden, vooral vanwege de geluidsnormen.
In 2010 kwam Pertijs zelf tot de ontdekking dat het pand geen woonbestemming meer had. Een fikse domper, want dat betekende dat het huis min of meer onverkoopbaar was geworden. Pertijs verzocht de gemeente daarop om opnieuw een woonbestemming op het pand te verlenen, maar dat verzoek werd in april 2012 door de raad afgewezen. Ook het door Pertijs tegen de beslissing gemaakte bezwaar werd ongegrond verklaard, waarna Pertijs beroep instelde en de zaak op het bordje van de Raad van State kwam.
De Raad van State oordeelde dat het verzoek en het bezwaar van Pertijs terecht waren afgewezen. Het toekennen van een woonbestemming aan een woning waarvan de gevel met meer dan 60 dB(A) wordt belast, verdraagt zich inderdaad niet met een goede ruimtelijke ordening, aldus de Raad van State. Dat Pertijs al die tijd wel in het huis kan wonen, komt doordat de gemeente met een beroep op het overgangsrecht een uitzondering voor Pertijs heeft gemaakt. Hij mag in het pand blijven wonen, maar dat recht vervalt als het gebouw langer dan een jaar leeg staat of als Pertijs vertrekt naar een ander adres.
Het overgangsrecht biedt uitkomst als een bestaande rechtstoestand en nieuwe wet- of regelgeving zich niet tot elkaar verhouden. Opstellers van beleid- en regelgeving gaan altijd na welke gevolgen een nieuwe regeling heeft voor de bestaande rechtssituatie en treffen waar nodig, eventueel in de vorm van overgangsrecht, maatregelen.
Die maatregelen kunnen verschillende vormen aannemen: eerbiedigende werking (bestaande gevallen worden permanent ontzien), uitgestelde werking (bestaande gevallen worden tijdelijk ontzien, daarna volgt uitgestelde of eventueel gefaseerde inwerkingtreding) of bijvoorbeeld terugwerkende kracht.
Pertijs legt zich niet neer bij de situatie zoals die hem op grond van het overgangsrecht is toegestaan: hij wil uit zijn huis gezet worden. ,,Als ik er illegaal woon, moeten ze ook handhaven”, vertelt hij in het Algemeen Dagblad. De gemeente ziet echter geen reden om op te treden, omdat Pertijs helemaal niet illegaal in zijn huis woont.
Nu vraagt Pertijs dus via de Raad van State uitzetting uit zijn eigen huis. Raad van State-rechter D. van den Broek snapte tijdens de rechtszaak niet goed wat de huiseigenaar nou precies wil. Want zelfs als de Hoogerheidenaar wint en uit zijn huis gezet zou worden, kan hij het nog steeds niet als woonhuis verkopen. De uitspraak is over enkele weken.
Ook vragen rondom een bestemmingsplan? Neem contact met ons op!