Op 8 december jl. vond het Topsport Kennemerland Gala plaats, waarbij onze regionale sporthelden werden bekroond. Onze sporters doen het fantastisch. Maar wie een kijkje neemt achter de schermen, ziet dat juist in de organisatie van sportverenigingen nog veel winst kan worden behaald.
Volgens de KNVB zijn slechts vier clubs in de eredivisie “gezond”. Sommigen clubs houden het hoofd boven water, andere gaan failliet. In het afgelopen decennium heeft de sportwereld een enorme omslag gemaakt. Bestuurders krijgen steeds meer te maken met juridisch ingewikkelde vraagstukken: problemen over sponsorcontracten, statuten, aansprakelijkheid en de eigendom van de accommodatie.
De sporters zijn professional. Maar de organisatie steunt vaak op vrijwilligers. Soms gaat dat mis. Sponsorcontracten vereisen een professionele aanpak en afspraken moeten goed worden vastgelegd. Maar ook de statuten en het huishoudelijk reglement sluiten niet altijd aan bij de praktijk. Dat kan leiden tot veel discussies en problemen tussen het bestuur en de leden.
Vrijwilligers zijn de motor van veel verenigingen. Maar de vereniging die vrijwilligers inschakelt, is tegenover derden aansprakelijk voor hun handelen. Zonder een goede verzekering moet de vereniging in de meeste gevallen de schade zelf vergoeden.
Veel sportverenigingen in Haarlem hebben een eigen clubhuis, gebouwd op de grond van de gemeente. Als dat is gebeurd zonder een recht van opstal, is de gemeente automatisch eigenaar van het clubhuis. Hoe zet je dat recht? Werkt de gemeente mee aan overdracht van het clubhuis aan de vereniging? En tegen welke vergoeding?
Een blessure is zó opgelopen. Niet alleen bij sporters maar ook bij het bestuur van verenigingen. Een bestuur kan blessures voorkomen door verder te professionaliseren. Dat betekent soms dat externe professionals moeten worden ingeschakeld. Immers, een sportvereniging is een onderneming!