Home Actueel Archief Linken naar live-uitzendingen blijkt link

Linken naar live-uitzendingen blijkt link

Archief
02-04-15

Eerder schreven wij over de recente ontwikkelingen in de Europese jurisprudentie omtrent hyperlinken en embedden.

Omdat het Europese auteursrecht nog niet volledig bij is met de technologische ontwikkelingen, buigt het Europese Hof van Justitie zich veelvoudig over de vraag of een bepaalde handeling nu wel of geen auteursrechtinbreuk is. Zo heeft het Hof in het Svensson-arrest begin 2014 beslist dat hyperlinken naar legale content in beginsel geen ‘nieuw publiek’ bereikt, dat wil zeggen, geen ander publiek dan door de auteursrechthebbende in aanmerking werd genomen toen deze toestemming verleende voor de oorspronkelijke openbaarmaking (op de originele site). Pas wanneer originele site echter niet vrij beschikbaar is, bijvoorbeeld omdat men moet inloggen of betalen, en met behulp van de hyperlink deze beperking omzeild kan worden, dan wordt wél een nieuw publiek bereikt en kan de auteursrechthebbende opkomen tegen de hyperlink. In oktober 2014 voegde het Hof in het Bestwater-arrest daaraan toe dat voor embedden naar legale content hetzelfde geldt.

C More Entertainment / Sandberg

Recent is daar een nieuwe beslissing bij gekomen, dit maal over het hyperlinken naar live-uitzendingen op het internet (HvJEU 26 maart 2015, C-279/13). C More Entertainment is een betaalzender die live-uitzendingen van sportwedstrijden aanbiedt. Tegen betaling per wedstrijd kon het publiek de live-uitzendingen bekijken. Sandberg exploiteerde een website met hyperlinks, waarmee de betaalmuur van C More kon worden omzeild. Zodoende kon men, zonder te betalen, meekijken naar de live-wedstrijden.

Hoewel een aantal juridische knelpunten al in het Svensson-arrest was behandeld, verschilde de casus in C More zodanig dat er nog prejudiciële vragen werden gesteld door de Zweedse rechter. Opmerkelijk, omdat ook de Svensson zaak van Zweedse bodem was. Omroeporganisaties kunnen doorgaans alleen een beroep doen op een zogenaamd naburig recht; dit recht is afgeleid van een auteursrecht en biedt bepaalde bescherming aan uitvoerende kunstenaars, muziekproducers, filmproducenten en omroeporganisaties. Naburige rechten zijn doorgaans beperkter in omvang dan auteursrechten. In de onderhavige kwestie was de vraag of de bescherming van een omroeporganisatie zich zou kunnen uitstrekken tot derden die links aanbieden naar live-uitzendingen van die omroeporganisatie.

Blijkens de relevante richtlijn is bescherming van omroeporganisaties beperkt tot video on demand, in de richtlijn verwoord als ’beschikbaarstelling aan het publiek, op zodanige wijze dat de leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegang tot hebben’. Het Hof oordeelde dat van een dergelijke beschikbaarstelling aan het publiek geen sprake was. Immers, een live uitzending is alleen te bekijken op het moment waarop de omroeporganisatie dit uitzendt. Van een zelf gekozen tijd kan bij live-uitzendingen dus per definitie geen sprake zijn.

Betekent dit dat een omroeporganisatie met lege handen staat? Volgens het Hof hoeft dat niet het geval te zijn. De richtlijn heeft namelijk niet tot doel het gehele auteursrecht en naburige recht van Europa te harmoniseren, wat met zich meebrengt dat lidstaten méér bescherming mogen bieden dan op grond van de richtlijn vereist is. Wel moeten daarbij de eisen van auteursrechtelijke bescherming worden gerespecteerd. Het is dus aan de lidstaat om in de nationale wet op te nemen of zij aan omroeporganisaties enkel tegen video on demand, of ook tegen andere mededelingen aan het publiek bescherming willen bieden.

Kortom, wanneer je links aanbiedt die leiden naar live-uitzendingen van een omroeporganisaties, en daarbij een betaalmuur of een anderszins beperkte toegang omzeilt, zou je mogelijk door deze omroeporganisatie kunnen worden aangesproken. Daarvoor is wel vereist dat het nationale recht in kwestie deze ruimere bescherming aan omroeporganisaties biedt.

Biedt de Nederlandse wet deze ruimere bescherming?

De Wet Naburige Rechten biedt aan omroeporganisaties bescherming tegen heruitzendingen, het opnemen van programma’s en van het reproduceren daarvan, het in het verkeer brengen van dergelijke opnames, het openbaarmaken van programma’s indien daarvoor entreegeld moet worden betaald, en het on-demand beschikbaar stellen van programma’s. Het aanbieden van links naar live-uitzendingen kwalificeert mogelijk als ‘heruitzending’, waarmee de de ruimere bescherming zoals in het C More-arrest wordt bedoeld door de Nederlandse wetgever zou zijn geboden. Hoe dan ook luidt de aanbeveling op te passen met het aanbieden van content die niet vrij toegankelijk is; voor zover je niet op grond van een auteursrecht of naburig recht kan worden aangesproken, handel je mogelijk onrechtmatig jegens de rechthebbende.

Deel dit artikel