Home Actueel Archief Letselschade en ander leed in de sport

Letselschade en ander leed in de sport

Archief
15-02-12

 

Uitgangspunt van ons recht is dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen schade. Als daarvoor echter een ander een verwijt kan worden gemaakt, als die ander onrechtmatig handelt en dat aan hem kan worden toegerekend, is die ander verplicht de schade te vergoeden. In sport en spel situaties wordt een onrechtmatige daad minder snel aangenomen. Waar ligt de grens? Wie is aansprakelijk?

 

PRAKTIJKVOORBEELDEN

–       Een voetballer maakt een sliding en raakt de enkels van zijn tegenstander. Maar deze heeft de bal al lang niet meer. Een smerige overtreding en de scheidsrechter geeft rood. Het slachtoffer moet met een enkelbreuk het veld af.

–       Een honkballer doet een foutslag. De bal vliegt in het publiek en raakt een toeschouwer. Deze moet naar het ziekenhuis.

–       Een hockeyer slaat hoog over het doel en de bal raakt een wandelaar buiten het complex, bril stuk.

–       Een golfer doet een misslag. De golfbal zeilt weg en komt op een auto die op het parkeerterrein staat, deuk in het dak.

 

SPORT EN SPEL

De rechter moet regelmatig oordelen of in sport en spel situaties sprake is van onrechtmatig handelen en wie de schade moet betalen. Het is vaste rechtspraak dat sport en spel bijzondere situaties zijn waarin een onrechtmatige daad minder snel wordt aangenomen. Gedragingen die buiten een spelsituatie onvoorzichtig en onrechtmatig zijn, zijn binnen een spelsituatie niet meteen onrechtmatig. Deelname aan een sport brengt nu eenmaal bepaalde risico’s met zich mee. Als je buurman jou zomaar een klap op je kop geeft handelt hij onrechtmatig en kun je hem aanspreken voor de schade. Als je tijdens een bokswedstrijd wordt neergeslagen is het eerder: eigen schuld, dikke bult.

 

DEELNEMERS

Tussen degenen die deelnemen aan een wedstrijd geldt een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel; de ‘dader’ is niet zo snel aansprakelijkheid. Je weet dat er aan de sport die je doet bepaalde risico’s zijn verbonden en tot op zekere hoogte moet je die accepteren. Daarbij speelt overigens een rol of sprake is van een overtreding van de spelregels van die sport. Een overtreding van de regels op zich is niet meteen onrechtmatig, maar als een overtreding is begaan, dan speelt dat wel mee bij het bepalen van de onrechtmatigheid.

 

In het voorbeeld van de voetballer gaf de scheidsrechter een rode kaart maar er was bovendien sprake van een “abnormaal gevaarlijke gedraging” die niet binnen de aard van het voetbalspel viel. Daardoor was sprake van een onrechtmatige daad en kreeg de overtreder naast de rode kaart ook de rekening van het ziekenhuis. Van belang was dat het slachtoffer een zekere mate van zorgvuldigheid van zijn tegenstander mocht verwachten. Hij hoefde er niet vanuit te gaan dat hij onderuit zou worden gehaald toen hij de bal niet meer in zijn bezit had. Zou de sliding zijn ingezet “binnen de regels van het spel” terwijl het slachtoffer de bal nog wel in zijn bezit had, dan zou er eerder sprake zijn van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.

 

Binnen sport en spelsituaties is er dus minder snel sprake van een onrechtmatige daad. De vraag is dan wel: wanneer is sprake van sport en spel en wanneer is daarvan geen sprake (meer).  Tijdens een tenniswedstrijd sloeg een van de spelers tussen twee games de ballen naar de overkant omdat vanaf die kant moest worden geserveerd. De speler aan de overkant kreeg een bal in zijn oog en raakte blind. De Hoge Raad bevestigde dat sprake was van een gebruikelijke gang van zaken en dat tussen twee games nog steeds sprake is van een spelsituatie. Daarom gold een verhoogde aansprakelijkheidsgrens en was de speler niet aansprakelijk.

 

TOESCHOUWERS

Kenmerkend voor toeschouwers is dat zij niet aan een wedstrijd deelnemen, maar deze wel ‘bewust’ bijwonen. Omdat zij zich vrijwillig in de ‘gevarenzone’ bevinden geldt voor hen ook een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. De honkballer wiens bal door een foutslag in het publiek terecht komt is niet aansprakelijk. Zijn foutslag is niet zodanig onzorgvuldig dat deze slag niet meer kan beschouwd als onderdeel van zijn normale prestatiegerichte sportbeoefening.

 

ORGANISATOR

Als de deelnemer niet aansprakelijk is omdat het ging om een normale prestatiegerichte daad, dan kan de organisator van de wedstrijd nog wel aansprakelijk zijn. Deze is primair verantwoordelijk voor de veiligheid van de toeschouwers en moet voldoende veiligheidsmaatregelen treffen. Als de organisator alle veiligheidsrichtlijnen van zijn sportbond heeft opgevolgd, dan is ook hier sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. 

 

PASSANTEN

En als het slachtoffer geen toeschouwer is, maar een toevallige passant? Dan gelden de algemene zorgvuldigheidsmaatstaven. De hockeyer die de bal hard en hoog over het doel slaat en een wandelaar buiten het complex raakt is al snel aansprakelijk. Maar de golfer die verkeerd sloeg en wiens bal terechtkwam op een auto werd door de rechter ook aansprakelijk gehouden, ook al stond de auto op het parkeerterrein van de golfclub.  De golfer had toch voorzichtiger moeten zijn.

Deel dit artikel