Home Actueel Archief Kwade trouw verdient geen beloning

Kwade trouw verdient geen beloning

Archief
08-06-17

Disputen over acquisitieve verjaring van goederen die leidt tot verkrijging onder bijzondere titel, leveren elk jaar een gestage stroom jurisprudentie op.

Op 24 februari 2017 wees de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:309) een arrest dat hierin mogelijk verandering brengt, voor zover het een beroep betreft op artikel 3:105 BW door een bezitter te kwader trouw.

De betekenis van deze uitspraak schuilt vooral in de overwegingen ten overvloede. Hierin attendeert de Hoge Raad de ‘gedepossedeerde’ (degene van wie het bezit afgenomen is) op een in de praktijk niet (altijd) onderkend redres.

Neemt iemand een zaak in bezit, terwijl − naar hij weet − een ander hiervan de eigenaar is, dan handelt hij jegens diegene onrechtmatig. Laatstgenoemde heeft recht op vergoeding van de hem hierdoor toegebrachte schade, bijvoorbeeld in natura. Zo kan de gedepossedeerde (indien de occupant nog steeds eigenaar is) vorderen om de wederrechtelijk in bezit genomen zaak aan hem over te dragen. De eigendomsverkrijging door de bezitter te kwader trouw staat hieraan niet in de weg. De Hoge Raad baseert dit oordeel op een aan de vergetelheid ontrukte passage uit de parlementaire geschiedenis, waarin de minister voormelde aanspraak van de gedepossedeerde reeds suggereert. Tevens beroept hij zich op de wens van de wetgever om het recht in overeenstemming te brengen met de feiten.

Voorzover bij de gedepossedeerde het idee had postgevat dat hij benadeling als gevolg van het verlies van eigendom op voormelde grond aan een bezitter te kwader trouw lijdzaam zou moeten ondergaan, heft de Hoge Raad hiermee een ongerijmdheid op. Aldus vormt deze uitspraak een welkome wenk aan de praktijk. Om onduidelijkheid over de rechtspositie van partijen zoveel mogelijk te vermijden, maakt het arrest tevens inzichtelijk wanneer de verjaringstermijn begint.

Met dit arrest is voor de bezitter te kwader trouw de belangrijkste prikkel voor een beroep op verkrijgende verjaring weggenomen. Verlangt de gedeposseerde overdracht van het goed ex art. 6:103BW, dan zal mogelijk tussen partijen nog tot onenigheid leiden of hij verplicht is tot vergoeding van de hierop doorgevoerde (waardeverhogende) verbeteringen.

 

Deel dit artikel