Wie in de toekomst in gemeenschap van goederen wil trouwen, zal dat eerst moeten laten vastleggen. De nieuwe standaard, voor stellen die niks laten vastleggen, is voortaan ‘beperkte gemeenschap van goederen’.
Slechts een kwart van de echtparen kiest ervoor huwelijkse voorwaarden vast te laten leggen, blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit. De andere 75% doet niets en was automatisch in gemeenschap van goederen getrouwd. Maar nu de Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel van drie Tweede Kamerleden wordt de beperkte gemeenschap van goederen de nieuwe standaard in het huwelijksvermogensrecht. Het is nog niet bekend wanneer de wet ingaat.
Bij het aangaan van het huwelijk valt alleen dat wat de echtgenoten gedurende het huwelijk opbouwen, in de gemeenschap van goederen. Alles wat de echtelieden voor het huwelijk aan bezittingen en schulden hadden, valt buiten die gemeenschap en dat geldt ook voor ‘erfrechtelijke verkrijgingen’ en giften. Alleen wat man en vrouw tijdens het huwelijk verworven hebben, wordt gemeenschappelijk. Bij echtscheiding wordt alleen verdeeld wat gemeenschappelijk is en ieder van de beide echtelieden houdt wat hij of zij voor het huwelijk al had.
Echtscheiden staat natuurlijk niet hoog op de mentale agenda van kersverse bruidsparen, maar zo lang de scheidingscijfers bewijzen dat een op de drie huwelijken geen stand houdt, is het toch verstandig afspraken te maken rondom bezit en schulden. Heb je bij echtscheiding een geschil over een bezit en geen van beiden kan bewijzen aan wie het toebehoort, dan wordt dat als gemeenschapsgoed aangemerkt, zo staat in de wet.
In de wet is ook een uitdrukkelijke regeling opgenomen over het ondernemingsvermogen. Als een van beide echtelieden bij het aangaan van het huwelijk een onderneming heeft, dan valt die onderneming niet in de gemeenschap van goederen. Onder de nieuwe wet moet de ondernemer wel een redelijke vergoeding aan de gemeenschap betalen.
(Veel) meer weten?
