Home Actueel Archief Inbreukmakende speelgoedhamster komt bestuurder duur te staan

Inbreukmakende speelgoedhamster komt bestuurder duur te staan

Archief
24-10-14

Eind september heeft het Hof Den Haag geoordeeld dat een bestuurder van een onderneming persoonlijk aansprakelijk is voor inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van een derde. Wat was hier aan de hand? 

 

 

Casus
Cepia is producent van pluchen speelgoedhamsters, genaamd Zhu Zhu Pets. Dit een populair product en al snel kwamen er namaak speelgoedhamsters op de markt. In Nederland werden namaakhamsters geleverd door onderneming X. Cepia kwam in 2010 al succesvol op tegen deze namaakhamsters op basis van hun merk-, model- en auteursrechten. Hiermee was de kous echter nog niet af. De bestuurder van onderneming X was namelijk verplicht opgave te doen van alle informatie die hem tot beschikking stond omtrent de inbreuk, zoals namen van distributeurs, aantallen, etcetera. Nu bleek na enige tijd dat de bestuurder had verzuimd deze informatie naar waarheid bij Cepia op te geven. In het bijzonder had hij, kennelijk welbewust, één van de leveranciers niet genoemd bij het opgeven van de informatie. Hierop stelde Cepia bestuurder aansprakelijk.  

 

Aansprakelijkheid van bestuurders   
In beginsel zijn bestuurders van rechtspersonen (zoals een BV of een NV) niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het onrechtmatig handelen of wanprestatie van de vennootschap. In sommige omstandigheden ligt dit echter anders. Hiervoor is echter wel benodigd dat de bestuurder een ‘persoonlijk, ernstig verwijt’ kan worden gemaakt.

 

Uitspraak Hof Den Haag   
Voor de merkinbreuk zelf kon de bestuurder volgens het Hof Den Haag geen persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt. Hiervoor had bewezen moeten worden dat de bestuurder op de hoogte was of moest zijn geweest van het Zhu Zhu Pets merk ten tijde van het verhandelen van de namaakhamsters. Wel wordt de bestuurder persoonlijk verweten dat hij niet alle informatie omtrent de afnemers van de namaakhamsters had opgegeven. Daarmee heeft hij niet naar zorgvuldigheid tegengegaan dat er verdere inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten zou plaatsvinden. Het verweer van de bestuurder dat hij de levering was vergeten en ‘zich niet had gerealiseerd’ dat hij ook deze andere partij had moeten opgeven, bood hem geen soelaas. Hij wist of had immers moeten weten dat deze partij de hamsters verder zou doorverkopen.  

 

Wat we hiervan kunnen leren? Een bestuurder kan onder omstandigheden persoonlijk aansprakelijk zijn voor inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten die door de vennootschap wordt gemaakt. Dit zal niet zomaar worden aangenomen; de bestuurder moet een persoonlijk, ernstig verwijt kunnen worden gemaakt. Hier kan sprake van zijn als het voortduren van de verdere verhandeling van de inbreukmakende producten te wijten is aan oneerlijk en niet voortvarend optreden van de bestuurder, zonder aan te kunnen tonen waarom dit in zijn belang of dat van zijn onderneming was. Het moge duidelijk zijn dat een bestuurder erg ver moet zijn gegaan wil hij hoofdelijke aansprakelijkheid moeten vrezen. 

 

Voor rechthebbenden is de uitspraak wél goed nieuws; onder (uiterste) omstandigheden kun je naast de inbreukmakende onderneming ook diens bestuurder aanspreken.

Deel dit artikel