Bad news travels fast, vooral via internet. Wanneer een ontevreden (ex-)klant een lelijke en beslist onware recensie over jouw zaak achterlaat op een social media- of recensieplatform, kun je dan ook maar beter zo snel mogelijk handelen.
Een Rotterdamse makelaardij ondervond het aan den lijve. De makelaar had een bemiddelingsovereenkomst gesloten met een verkoper. In de overeenkomst werd bepaald dat de verkoper 350 euro aan kosten zou betalen, wanneer de verleende opdracht zou worden ingetrokken. Omdat de verkoper niet langer zijn woning wilde verkopen, verwijderde de makelaar de woning van haar eigen verkoopsite en die van Funda en bracht ze de intrekkingskosten van € 350,00 exclusief btw in rekening. De verkoper liet de factuur onbetaald. Na enkele (vruchteloze) aanmaningen, droeg de makelaar het betalingstraject over aan een incassobureau.
De verkoper was – om duistere redenen – woedend en plaatste in twee talen een bericht op Facebook, onder een foto van de makelaar en haar echtgenoot. Teneur van het bericht was dat de makelaar en haar echtgenoot oplichters waren. En omdat gedeelde vreugd dubbele vreugd is, plaatste hij de foto nog een keer, met als tekst: Oplichters!!! Moge het geld dat jullie geïnd hebben haram (onrein) zijn voor jullie….we zijn nog niet klaar met jullie!!!! Als kers op de taart liet hij op Google een recensie achter waarin onder meer de termen stelletje belazers nummer 1 en achtelijke (sic!), domme oplichters voorkwamen.
De makelaar was er klaar mee en sommeerde de verkoper via een advocaat om onder meer de publicatie, openbaarmaking en/of verveelvoudiging van de negatieve berichten over haar onmiddellijk te staken en gestaakt te houden en ervoor zorg te dragen dat de berichten op geen enkele wijze meer zijn op te halen zouden zijn via zoekmachines op het internet.
De zaak belandde vervolgens in kort geding bij de kantonrechter in Rotterdam. De kantonrechter achtte het spoedeisend belang voldoende en nam de zaak in behandeling. Zoals vaker in dit soort gevallen lag aan het geschil de vraag ten grondslag welk recht zwaarder moet wegen: het recht van de makelaar op eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer (artikel 8 lid 1 EVRM) enerzijds en het recht van de verkoper op vrijheid van meningsuiting (artikel 10 lid 1 EVRM) anderzijds.
Hoewel in een recensie, waarin het voor derden duidelijk is dat het gaat om een mening van één persoon, scherpere bewoordingen mogen worden gebruikt dan in andere publicaties en de grens van het toelaatbare minder snel wordt overschreden, waren de bewoordingen in de recensie nodeloos grievend, omdat niet aannemelijk was geworden dat de makelaar zich schuldig had gemaakt aan misleiding of oplichting, aldus de rechter. Zou sprake zijn geweest van feitelijke juistheid, dan zou de rechter anders beslist hebben, blijkt uit de zaak van een advocaat die optrad tegen een in zijn ogen nodeloos grievende en onjuiste recensie. In die zaak oordeelde de rechter dat niet gebleken was dat de review – in zijn geheel bezien – feitelijk evident onjuist was.
De rechter in de zaak van de makelaar veroordeelde de verkoper tot het verwijderen van de berichten en de foto op straffe van een dwangsom. Bovendien mag de verkoper de berichten, recensie en foto niet verder openbaar maken, opnieuw op straffe van een dwangsom. Daarnaast werd de verkoper veroordeeld de exploitant van Google per aangetekende brief en per e-mailbericht opdracht te geven tot verwijdering van de recensie. Ook de proceskosten kwamen voor rekening van de verkoper.
De makelaar eiste overigens geen schadevergoeding, hoewel die mogelijkheid bestaat. Civiele rechters zijn daar niet scheutig mee, maar in december jl. werd in de zaak van een kinderdagverblijf tegen een neprecensent een dergelijke vergoeding wel gegeven.
Meer weten over inbreuk op uw goede naam en faam? Neem contact met ons op!
Team Intellectuele Eigendom
Suzan Houben