Advocaten krijgen per 1 mei 2018 in gerechtelijke procedures een ruimere vergoeding en toch is dat goed nieuws voor wie bij de rechter zijn gelijk wil halen.
Wanneer een procespartij wordt veroordeeld tot betaling van de advocaatkosten van de tegenpartij, wordt voor de hoogte van dat bedrag een forfaitair vastgestelde vergoeding gehanteerd: het liquidatietarief. Aan dat tarief ligt een systeem ten grondslag dat gebaseerd is op de verrichte (genormeerde) werkzaamheden en het belang van de zaak. De tarieven zijn niet bindend, maar zij worden in beginsel door de gerechten gevolgd. Ook bij een minnelijke regeling wordt vaak op basis van dit forfaitaire vergoedingenstelsel afgerekend.
Het nieuwe – ongeveer 20% hogere – tarief geldt in procedures bij de rechtbank voor alle zaken waarin vanaf 1 mei 2018 vonnis wordt gewezen. De nieuwe tarieven worden gehanteerd in alle zaken waarin de kostenveroordeling wordt uitgesproken na de invoeringsdatum, dus ook in zaken die al lopen op 1 mei. Wordt na vernietiging van een rechtbankvonnis opnieuw een veroordeling in de kosten van eerste aanleg wordt uitgesproken, dan wordt de datum van het vernietigde rechtbankvonnis aangehouden voor de bepaling van het tarief. De nieuwe tarieven gelden niet voor reguliere procedures bij de kantonrechter.
De kosten van een advocaat in een proces worden dus hoger en toch is dat goed nieuws. Want dat betekent dat uw tegenpartij, bij veroordeling in de proceskosten, meer zal moeten bijdragen.
Wie meer wil weten over de kosten van een procesadvocaat, kan een kijkje nemen op de website van de gezamenlijke rechtbanken. Beter nog: neem contact met ons op en we kunnen u haarfijn vertellen welke mogelijkheden er zijn om tot prijsafspraken te komen.