Wie een nieuw product – een petje, een trui of een tas met een logo – op de markt wil brengen, doet er altijd goed aan te onderzoeken hoe nieuw of origineel dat petje of die trui is.
Is het geen imitatie van iets bestaands? Rusten er geen rechten op? ‘Ik wist het niet’ is namelijk geen excuus.
Zo oordeelde de rechtbank in Groningen onlangs dat een marktkoopman de verkoop van kleding en petjes met het Knolpowerlogo van Enzo Knol moest staken. Niet voor het eerst werd inbreuk gemaakt op Knol’s auteurs- en merkenrecht. De vlogger had al een aantal keren geschikt met inbreukmakers.
De marktkoopman ontkende ook niet dat hij inbreuk had gemaakt op de rechten van Knol. Maar hij zei dat hij Knol en diens publieke activiteiten niet kende en daarom te goeder trouw was geweest.
Voor de wet maakt het niets uit of de overtreder nu wel of niet wist welke rechten er op een ontwerp rusten. De aanwezigheid van opzet en / of wetenschap van inbreuk bij de inbreukmaker is geen vereiste voor optreden door rechthebbenden van Benelux merken en/of auteursrechten. Volgens de wet had de overtreder het moeten weten. Het is de verantwoordelijkheid van de verkoper, in dit geval de marktkoopman, om zich ervan te verzekeren dat hij met de door hem ingekochte en verhandelde producten, en door de wijze van aanbieden daarvan, geen inbreuk maakt op rechten van intellectuele eigendom van derden
De koopman mag de Knolpower-kleding en petjes niet meer verkopen en dient de nog in voorraad zijnde inbreukmakende producten af te geven en opgave te doen van alle relevante handelsinformatie, op straffe van een gemaximeerde dwangsom. Daarnaast is hij veroordeeld in zowel betaling van een voorschot op schadevergoeding en/of winstafdracht als de proceskosten.
Meer weten over merkrecht?
