Home Actueel Archief Het venijn zit in de (s)taart: de boetebepaling in een overeenkomst

Het venijn zit in de (s)taart: de boetebepaling in een overeenkomst

Archief Contractenrecht
26-06-18

Bakkerij D. (hierna: “Bakkerij”) moet een boete van 250.000 euro betalen aan de eigenaar van website Taartenwinkel.nl. De Bakkerij heeft, in strijd met de bepalingen uit de overeenkomst van opdracht, taarten geleverd aan concurrerende websites. 

De samenwerking tussen de Bakkerij en Taartenwinkel.nl (hierna: “Taartenwinkel”) startte in 2014. In de overeenkomst van opdracht staat dat Taartenwinkel geen aanspraak kan maken op exclusiviteit ten aanzien van de door de Bakkerij te leveren producten. Hierop is een tweetal uitzonderingen gemaakt; het is de Bakkerij onder meer niet toegestaan om gedurende de overeenkomst met Taartenwinkel, taarten en gebak te leveren aan concurrenten van Taartenwinkel die ook online taarten verkopen (artikel 11.2). Daarnaast konden partijen voorzien in eventuele aanvullende exclusiviteitsafspraken in een bijlage (artikel 11.3).

In de overeenkomst is tevens een boetebepaling opgenomen voor overtreding door de Bakkerij van bepaalde verplichtingen (waaronder de ‘exclusiviteitsafspraken’) uit hoofde van de overeenkomst: een direct opeisbare boete van € 1.000.000,- per overtreding alsmede een boete € 50.000,- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.

De Bakkerij gaat aan de slag en voorziet niet alleen de online speler Taartenwinkel van taarten, maar (later) ook concurrenten zoals onder meer Topgeschenken (exploitant van onder meer Taartbezorgen.nl/Geschenkbezorgen.nl/Toptaarten.nl). Reden voor Taartenwinkel om op enige moment aanspraak te maken op een contractuele boete van maar liefst 2 miljoen euro en – na het uitblijven van betaling – zelfs beslag te leggen. In de procedure voor de rechtbank Amsterdam vordert Taartenwinkel betaling van de verbeurde boetes. De Bakkerij is het hier niet mee eens en voert uitvoerig verweer.

Zo stelt de Bakkerij onder meer dat de overeenkomst op grond van dwaling kan worden vernietigd: de Taartenwinkel zou haar mededelingsplicht hebben geschonden door de Bakkerij niet te wijzen op de boetebedingen. De rechtbank is hierin duidelijk: van een ondernemer mag worden verwachte dat hij de overeenkomst leest voordat hij haar ondertekent. Doet hij dit niet, dan komt dit voor zijn rekening. Temeer nu sprake is van een overeenkomst tussen twee commerciële partijen.

De Bakkerij stelt zich voorts op het standpunt dat de overeenkomst – en daarin opgenomen boetebedingen – ten tijde van de overtreding niet meer van kracht was. Volgens Bakkerij heeft Taartenwinkel in het verleden de betalingstermijn overschreden. Wat hier ook van zij, vaststaat dat geen sprake was van een fatale termijn voor betaling en Taartenwinkel nooit in gebreke was gesteld. Bovendien volgt niet uit de correspondentie dat de overeenkomst door de Bakkerij buitengerechtelijk is ontbonden. Integendeel: na de e-mail van maart 2016 waarbij volgens de Bakkerij de samenwerking zou zijn verbroken, is de samenwerking in de praktijk juist op dezelfde voet voortgezet.

De rechtbank komt daarom toe aan een toetsing van de inhoud van de overeenkomst: heeft de Bakkerij in strijd gehandeld met de exclusiviteitsafspraken en is als gevolg daarvan een boete van 2 miljoen Euro verbeurd?

Taartenwinkel meent van wel: Topschenken is een online speler. Door het leveren van taarten aan Topgeschenken, handelde de Bakkerij in strijd met artikel 11.2 Daarnaast heeft de Bakkerij taarten aan Hoogvliet geleverd, een supermarkt keten met een online (bestel)service waarmee zowel artikel 11.2 als artikel 11.3 zijn overtreden.

D. krijgt voor een deel gelijk: het leveren van taarten aan supermarktketen Hoogvliet is geen schending van de bepalingen in de overeenkomst van opdracht. De supermarkt is geen concurrent van Taartenwinkel; Hoogvliet is een supermarktketen met weliswaar een extra service om online te bestellen, maar het ophalen vindt plaats in de winkel. Daarnaast komt niet vast te staan dat partijen daadwerkelijk exclusiviteit zijn overeengekomen conform artikel 11.3. Het was de Bakkerij dus toegestaan om taarten te leveren aan Hoogvliet.

Dat de levering aan Topgeschenken een schending oplevert van artikel 11.2, staat wel vast. Desondanks meent de Bakkerij dat de boete gematigd dient te worden.

Een rechter kan een boete evenwel slechts in uitzonderingssituaties matigen: pas als toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Bij de beoordeling zijn (onder meer) van belang:

De rechter meent dat de boete in dit geval buitensporig is. Zo is over het beding niet onderhandeld en geldt de boete bovendien voor de schending van zeer uiteenlopende verplichtingen (in plaats van voor specifieke verplichtingen). De boete kan bovendien zonder enige waarschuwing vooraf opgelegd worden. Bovendien bestaat naast deze boete ook nog het recht op nakoming en/of schadevergoeding: het is geen louter ‘schade-fixerende boete’. Last but not least: de boete staat volgens de rechter in geen verhouding tot het kwaad dat Taartenwinkel is aangedaan. De rechter matigt de boete dan ook tot ¼: 250.000 euro. Maar het blijven dure taarten.

Een les voor de praktijk: een boetebepaling is een belangrijke afspraak. Het vormt doorgaans de prikkel tot nakoming. Goede (reëele) afspraken zijn van belang en maatwerk is (ook hier!) vereist. Een algemene, (te) hoge, boete op alle overtreding kan zo maar ineens een schijnzekerheid zijn.

Advies of hulp nodig bij het vastleggen van uw commerciële afspraken?

Deel dit artikel