Een merk heeft meerdere functies. De primaire functie van een merk is de herkomstfunctie. Een merk dient om waren of diensten als afkomstig van een onderneming te onderscheiden. Als de consument een merk ziet dan zal hij of zij precies weten welke onderneming het product of de dienst aanbiedt of verkoopt.
Functies van een merk
Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft in het arrest L’Oréal/ Bellure in 2009 beslist dat een merk naast een herkomstfunctie, ook een reclamefunctie, investeringsfunctie en communicatiefunctie heeft. In de marketingwereld was men hier het natuurlijk al veel langer over eens. Een merk bevordert de verkoop en wordt vaak ingezet als een strategisch marketinginstrument. Door gebruik te maken van een merk wordt ook een bepaalde reputatie opgebouwd of verworven die consumenten aantrekt en die consumenten aan de merkhouder kan binden.
Merk & Franchising
Dat een merk in een franchiserelatie een belangrijke functie vervult, behoeft geen betoog. Zowel bij ‘hard’ als bij ‘soft’ franchising staat het merk centraal en bepaalt de franchisegever in meer of in mindere mate het merkgebruik van de franchisenemer. Gelet op deze belangrijke functie van het merk is het van belang dat over het merkgebruik goede afspraken worden gemaakt in de franchiseovereenkomst.
Franchise overeenkomst: merklicentie
De franchisegever zal ook vaak degene zijn die het merk (logo of een woord) heeft geregistreerd. In de franchiseovereenkomst verstrekt de franchisegever vaak een gebruiksrecht op het merk (een licentie) aan de franchisenemer. Het is van belang om goede afspraken te maken over de omvang van een merklicentie. Daarbij kan gedacht worden aan de volgende zaken:
Met name over dit laatste punt ontstaan vaak geschillen en valt nog veel winst te behalen door een goede beëindigingsregeling in een franchiseovereenkomst op te nemen. In de praktijk zien wij veel zaken voorbij komen waar partijen geen duidelijke afspraken hebben gemaakt over de gevolgen die een beëindiging van franchiseovereenkomst heeft voor de merklicentie. Mag de franchisenemer het merk of de handelsnaam na de beëindiging van de franchiseovereenkomst nog gebruiken bij de verkoop van voorraad, en zo ja hoe lang nog en op welke wijze? Dit zijn zaken die vooraf geregeld moeten worden. Voorkomen is beter dan (achteraf) via de rechter genezen. Dit wordt onderstreept door een vonnis uit 2013 in een procedure tussen De Scheidingsmakelaar en Scheidingscentrum Nederland. In die zaak was de franchiseovereenkomst tussen partijen beëindigd en ging de ex-franchisenemer verder onder de naam Scheidingscentrum. Niets aan de hand zou je zeggen maar de ex-franchisenemer gebruikte naast de handelsnaam Scheidingscentrum nog veelvuldig de naam “de scheidingsmakelaar” op de nieuwe website en in diverse advertenties. De franchisegever was hier niet gelukkig mee en stapte naar de rechter. De rechter stelde de franchisegever in het gelijk en besliste dat de ex-franchisenemer met onmiddellijke ingang het gebruik van de handelsnaam, de modellen en de know-how van de Scheidingsmakelaar op straffe van een dwangsom diende te staken en gestaakt te houden.
Conclusie
Voor de franchisegever is het van groot belang om de merkenrechtelijke aspecten van een franchiserelatie goed uit te werken in een franchiseovereenkomst. Daarbij moet niet alleen worden gedacht aan de tijd dat alles nog koek en ei is tussen franchisegever en franchisenemer, maar moet de overeenkomst ook voorzien in een regeling van de merkenrechtelijke gevolgen van een beëindiging van een franchiserelatie.