In een arbeidsovereenkomst of een arbeidsvoorwaardenregeling wordt door werkgevers vaak een eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen. Een dergelijk beding geeft de werkgever de bevoegdheid om de arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen. De Hoge Raad heeft zich onlangs over de vraag gebogen of de werkgever bevoegd is om een in een pensioenregeling opgenomen indexeringsverplichting jegens gepensioneerde ex-werknemers eenzijdig te wijzigen. Deze vraag is bevestigend beantwoord.
In het recente arrest van de Hoge Raad gaat het om de volgende twee kwesties:
• Kan een pensioenregeling in een arbeidsovereenkomst eenzijdig worden gewijzigd?
• Zo ja, kan dit ook jegens ex-werknemers die met pensioen zijn gegaan?
Omdat een wijzigingsbeding de werkgever de bevoegdheid geeft om bepaalde arbeidsvoorwaarden zonder instemming van de werknemer te wijzigen, kan hier niet zomaar een beroep op worden gedaan. Een beroep op een dergelijk beding moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Een wijzigingsbeding dient bijvoorbeeld schriftelijk te worden aangegaan. Verder kan de werkgever hier slechts een beroep op doen indien hij kan aantonen dat hij een zodanig zwaarwichtig bedrijfsbelang heeft dat de belangen van de werknemer hier in redelijkheid voor moeten wijken.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat, indien sprake is van pensioenaanspraken, het einde van een arbeidsovereenkomst nog niet betekent dat de rechtsverhouding tussen partijen is ‘uitgewerkt’. Die rechtsverhouding wordt namelijk voortgezet in een pensioenovereenkomst. Dat een arbeidsovereenkomst ten einde komt, zou volgens de Hoge Raad niet tot gevolg moeten hebben dat een in een pensioenregeling opgenomen indexeringsverplichting onaantastbaar is. Anders gesteld: het feit dat een arbeidsovereenkomst inmiddels is beëindigd, staat er niet aan in de weg om gemaakte afspraken betreffende een indexeringsverplichting aan te passen.
In het arrest van de Hoge Raad heeft de werkgever een eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen in haar pensioenreglementen. Volgens de Hoge Raad kon de indexeringsverplichting dan ook niet alleen jegens zittende werknemers worden gewijzigd, maar ook jegens gepensioneerde ex-werknemers. De Hoge Raad heeft hierbij opgemerkt dat de wijzigingsbevoegdheid slechts beperkt is indien de werkgever van die bevoegdheid misbruik zou maken of indien de uitoefening van die bevoegdheid in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Let wel: in het arrest van de Hoge Raad gaat het om een wijzigingsbevoegdheid in 2006. Destijds gold de Pensioen- en spaarfondsenwet. Deze wet is per 1 januari 2007 vervangen door de Pensioenwet, waarin is voorzien in een regeling inzake de eenzijdige wijziging in pensioenreglementen.
Kortom, indien u als werkgever in een pensioenreglement een eenzijdig wijzigingsbeding opneemt, is het mogelijk om bijvoorbeeld een in de pensioenregeling opgenomen indexeringsverplichting te wijzigen, ook indien uw werknemer reeds is gepensioneerd.
Uitspraak: Hoge Raad d.d. 6 september 2013
Vindplaats: ECLI:NL:HR:2013:CA0566