Er is iets raars aan de hand bij het Bureau Kredietregistratie (BKR). Het BKR werd bij oprichting de vrijheid gegeven om haar eigen Algemeen Reglement op te stellen.
Daar is op zich niets mis mee, maar het merkwaardige is dat er een aantal vreemde bepalingen in staan, of beter gezegd: een aantal essentiële bepalingen ontbreekt. En daar maken banken handig gebruik (misbruik) van. Wat gaat hier mis?
Geen waarschuwing, wel een codering
Wanneer men een achterstand oploopt in een verkregen krediet dan dient de kredietverstrekker afhankelijk van het soort krediet daarover de kredietnemer te berichten en te waarschuwen dat bij een blijvende achterstand een achterstandscode A zal worden geregistreerd in het Centraal Kredietinformatiesysteem (het CKI) dat door het BKR wordt bijgehouden. So far so good. Wanneer de achterstand niet wordt ingelopen en de bank besluit het geheel op te eisen (bijzonderheidscode 2) of meer dan € 250,- van de vordering wordt afboekt (bijzonderheidscode 3) dan worden deze bijzonderheidscodes geregistreerd. Met die bijzonderheidscodes achter uw naam is het (vrijwel) onmogelijk om nog een krediet te verkrijgen, zeker wanneer u financiering nodig heeft voor het kopen van een woning.
Men zou kunnen zeggen, dat had je kunnen weten, want de opeising van het gehele bedrag of de afboeking vindt plaats nadat je over een achterstand gewaarschuwd bent. Maar dat is lang niet altijd het geval. Zo kan het voorkomen dat er ooit eens gewaarschuwd is over een ontstane achterstand, maar dat men het er jaren bij heeft laten zitten. Er worden betalingsafspraken gemaakt (en nagekomen) en uiteindelijk willen partijen van elkaar af. Zij besluiten dan dat met een betaling in eens de restantvordering wordt afgekocht. En op dat moment wordt door de kredietverstrekker, zonder nadere aankondiging, een bijzonderheidscode aan de BKR-registratie toegevoegd. Naar de letter van het Algemeen Reglement is dat ook niet vereist. Dat de gevolgen echter verstrekkend zijn, kan men op zijn vingers natellen.
Zo kwam een van mijn cliënten ook overeen met haar bank. Zij betaalde het overeengekomen bedrag en voor het overige werd haar finale kwijting verleend. Maar toen zij een jaar later een woning wilde kopen, bleek dat er een bijzonderheidscode 3 achter haar naam was geregistreerd die nog vier jaar zou blijven bestaan. Zij wist van niets!
De rechtbank van Amsterdam oordeelde dat deze handelswijze niet door de beugel kon. Daarmee oordeelde zij impliciet dat de bank rekening dient te houden met meer dan alleen het Algemeen Reglement van het BKR, en dat is goed nieuws. Het laatste woord is echter nog niet gezegd, want de bank ging in hoger beroep. Het gerechtshof Amsterdam moet zich daarom binnenkort over deze kwestie uitlaten. We wachten af, ik houd u op de hoogte. Tot die tijd is de voorzichtige conclusie dat het aanvechten van uw BKR-registratie kan lonen omdat niet iedere registratie de toets der kritiek kan doorstaan.