Archief
20-12-11
Een ondernemer kan besluiten zijn eenmanszaak om te zetten in een BV, bijvoorbeeld wegens fiscale voordelen, beperking van aansprakelijkheid of toekomstige overdracht.
Voor de inbreng is een accountantsverklaring nodig die bevestigt dat de inbreng minimaal € 18.000 waard is. Verder wordt een openingsbalans gemaakt met de ingebrachte activa zoals inventaris, merken, voertuigen en debiteuren. De BV besluit misschien om een krediet aan te vragen; de bank vraagt de gebruikelijke zekerheden, zoals een pandrechten op debiteuren, inventaris, voorraad en een persoonlijke borgstelling.
Dan gaat het later toch niet meer zo goed met de BV en faillissement volgt. U werkt mee en informeert de curator over de voorgeschiedenis van de BV. De curator vraagt: hoe is de BV eigenaar geworden van de activa? Gewoon door inbreng; het staat allemaal in de jaarrekening. Echter, waar zijn de juridische leveringshandelingen van de activa?
Een inbreng is geen juridische levering. Daar staat u dan. De activa die u aan de bank had verpand waren helemaal niet van de BV. De inbrengwaarde volgens accountantsverklaring klopt dus ook niet. Nog erger, als blijkt dat de inbreng van activa helemaal geen € 18.000 waard is geweest. Dan kunt u voor schulden van de BV persoonlijk aansprakelijk zijn.
Allemaal vervelende kwesties die eenvoudig voorkomen hadden kunnen worden. De les die uit bovenstaande schets van gebeurtenissen getrokken kan worden, is om bij oprichting van een BV en inbreng goed te laten kijken naar alle juridische leveringshandelingen die nodig zijn voor inbreng van bijvoorbeeld een handels-, merk- en/of domeinnaam, voorraad, roerende zaken, en andere activa. Een aanvullende blik op de inbreng naast die van de accountant en de notaris van de zijde van een advocaat kan u veel ellende schelen.