Home Actueel Archief Geen happy end voor de verhuurder

Geen happy end voor de verhuurder

Archief Vastgoed- en Bestuursrecht
25-06-18

De verhuurder van een massagesalon heeft in een kort geding procedure aan het kortste eind getrokken. De verhuurder vorderde een ontruiming van de bedrijfsruimte waarin de huurder een massagesalon dreef. Volgens de verhuurder was de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden én gedroeg de huurder zich niet als een goed huurder. Voldoende reden om het gehuurde vooruitlopend op een bodemprocedure te ontruimen. Dat dacht de verhuurder tenminste, maar de rechter dacht daar toch anders over.

De massagesalon had van de gemeente een last onder bestuursdwang opgelegd gekregen, omdat werd vermoed dat er seksuele dienstverlening plaatsvond in de gehuurde massagesalon. Bij een controle door de gemeente waren onder meer spermasporen aangetroffen. De massagesalon diende haar exploitatie daarom te staken en gestaakt te houden. Indien de massagesalon dit niet zou doen, zou de gemeente het pand sluiten en dichttimmeren. Verder kreeg de massagesalon van de gemeente de kans om binnen drie maanden een plan in te dienen en zo heropening van de exploitatie te bewerkstelligen.

De verhuurder was door de gemeente op de hoogte gesteld van de gebeurtenissen en vreesde voor haar goede naam en reputatie. De verhuurder heeft de huurder een brief gestuurd en heeft in die brief aangegeven de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Volgens de wet kan dat als de gehuurde ruimte op last van een gemeente is gesloten. Daarnaast heeft de verhuurder de huurder gesommeerd om het gehuurde te ontruimen.

Toen de huurder niet vrijwillig tot de ontruiming over ging, is de verhuurder een kort geding procedure begonnen. De rechter heeft de vorderingen van de verhuurder echter afgewezen. Volgens de rechter kon de buitengerechtelijke ontbinding geen stand houden. De rechter had wat dat betreft gelijk. De huurovereenkomst van een onroerende zaak kan alleen zonder tussenkomst van de rechter worden ontbonden als het gehuurde daadwerkelijk is gesloten op last van de gemeente. Dat was nog niet het geval,  de huurder diende alleen de exploitatie te staken.

De rechter heeft verder geoordeeld dat niet vaststond dat de huurder zich niet als goed huurder had gedragen. De rechter heeft daarbij meegewogen dat de door de gemeente gestelde gedragingen al enige tijd geleden plaats hadden gevonden en dat er een reële kans bestond dat de gemeente het verzoek om heropening zou honoreren.

Over het goed huurderschap en de vraag of de huurder daaraan heeft voldaan, kunnen de meningen verschillen. Naast de aangetroffen sperma, speelt in dat kader nog iets anders. Hoewel uit de gepubliceerde uitspraak niet blijkt dat de verhuurder dit heeft aangedragen, is de exploitatie in het gehuurde namelijk al enige tijd gestaakt of gestaakt geweest. In de meeste huurovereenkomsten staat echter ook een exploitatieplicht. Dus als de huurder daar niet aan heeft voldaan, pleegde de huurder in dat opzicht wanprestatie én zou er sprake kunnen zijn van strijd met het goed huurderschap.

Het is de vraag of de verhuurder in deze zaak hoger beroep instelt tegen het kort geding vonnis, een bodemprocedure aanhangig maakt of het erbij laat zitten.

Meer weten over uw rechten als verhuurder? Neem gerust conact met ons op!

 

Deel dit artikel