Voor het aanvragen van een faillissement zijn de ingrediënten helder: er moet sprake zijn van pluraliteit van schuldeisers (meerdere schuldeisers) en de schuldenaar moet in de toestand verkeren van hebben opgehouden te betalen. Tot zover duidelijk.
In een recente kwestie had een bank een vordering op een klant (die tevens verhuurder was) en wenste het faillissement van die klant aan te vragen. Het ontbrak de bank alleen aan een tweede (steun)vordering. Om dit gebrek op te lossen vroeg zij het faillissement aan met als extra vorderingen het huurgenot en het onderhoud dat de huurders van hun verhuurder (in de toekomst) tegoed zouden hebben. Inventief bedacht, maar volstaat een dergelijke vordering wel?
De steunvordering
Zoals gezegd vereist de faillissementswet dat men moet verkeren in de toestand van hebben opgehouden te betalen en moeten er meerdere schuldeisers zijn voor het uitspreken van een faillissement. Een tweede vordering die het verzoek tot faillietverklaring helpt onderbouwen wordt ook wel een steunvordering genoemd. Over deze steunvorderingen is al het nodige geprocedeerd. Zo heeft de Hoge Raad geoordeeld dat:
Toekomstige vorderingen kunnen echter niet als steunvorderingen dienen.
De verhuurder vocht in de onderhavige procedure niet alleen de opeisbaarheid van de (steun)vorderingen aan maar ook de steunvorderingen zelf. De Rechtbank en het Hof wezen het verzoek tot faillietverklaring af en ook de Hoge Raad zag onvoldoende grond voor het uitspreken van het faillissement.
De Hoge Raad: geen steunvorderingen
Allereest oordeelde de Hoge raad over het achterstallig onderhoud. De bank had bij de aanvraag niet betoogd dat er achterstallig onderhoud was, zodat die vordering ten aanzien van het onderhoud als toekomstig moet worden beschouwd. Om die reden strandde de vordering tot onderhoud aan de gehuurde onderkomens als steunvordering(en).
Wat betreft het huurgenot oordeelde de Hoge Raad dat op het moment van de aanvraag door de verhuurder huurgenot werd verschaft en omdat de curator in een eventueel uit te spreken faillissement niet bevoegd is de huurovereenkomsten zomaar te beëindigen, kan deze vordering niet in het faillissement ter verificatie worden ingediend zodat ook de vordering met betrekking tot het huurgenot niet als steunvordering kan worden gebruikt.
Resultaat: de verhuurder werd niet failliet verklaard.
Bel gerust voor overleg
Wenst u het faillissement van uw onderneming, uzelf of een wederpartij aan te vragen of is uw onderneming failliet verklaard, bel dan gerust even met de ervaren insolventierechtadvocaten van Köster Advocaten. De advocaten van Köster worden ook als curator door de Rechtbank benoemd en kennen daardoor de klappen van de zweep. Soms zien wij dat het aanvragen van het faillissement niet eens nodig was geweest, er zijn namelijk diverse – vaak ook goedkopere – manieren om tot hetzelfde resultaat te komen.