Home News Arbeidsrecht NOW 1.0: de wijzigingen

NOW 1.0: de wijzigingen

Arbeidsrecht Corona
26-05-20

Vorige week hebben wij je geïnformeerd over de aangekondigde verlenging van de NOW, de NOW 2.0. Tegelijk met deze aankondiging, heeft Minister Koolmees aangegeven dat er wijzigingen komen in de eerste tranche van de NOW. Hieronder informeren we je over deze wijzigingen. Daarnaast zijn de eerste contouren van een mogelijk extra vangnet voor flexwerkers (TOFA) bekend gemaakt. Ook daarover informeren we je.

Wijzigingen NOW 1.0

1) Loonsombepaling voor seizoenbedrijven

Hoofdregel is dat de loonsom van januari 2020 relevant is voor de berekening van de subsidie. Voor bedrijven met een relatief lage loonsom in die maand (bijvoorbeeld seizoenbedrijven) pakte dit onredelijk uit, omdat zij geen of een lagere subsidie konden krijgen. Daarom wordt de berekening van de subsidie alsnog aangepast voor bedrijven met seizoenswerk en voor andere bedrijven met een hogere loonsom in maart – mei 2020. Deze wijziging houdt in dat een stijging van de loonsom in maart t/m mei 2020 kan worden meegenomen in de hoogte van de subsidie bij de vaststelling, mits de loonsom in maart t/m mei 2020 hoger is dan 3x de loonsom van januari 2020. Hierbij wordt de hoogte van de loonsom in de maanden april en mei altijd gemaximeerd op het niveau van maart 2020.

De nieuwe berekeningsmethode voor de subsidie geldt enkel bij de uiteindelijke vaststelling (achteraf) van de subsidie en uitdrukkelijk niet voor de berekening van het voorschot. De aanpassing wordt automatisch bij de subsidievaststelling doorgevoerd, als dat voordelig is voor de aanvrager. Je hoeft hier dus geen actie voor te ondernemen.

2) Dertiende maand filteren uit loonsom

De referentiemaand voor NOW 1.0 is januari 2020.  Dit is juist de maand waarin werkgevers een dertiende maand uitkeren. Dit leidt tot een kunstmatig hoge loonsom in januari, die niet representatief is voor de werkgelegenheid. Er ontstaat daardoor per definitie een loonsomdaling in de subsidieperiode. Die fout wordt uit de regeling gehaald, door een eventuele dertiende maand uit de loonsommen te ‘filteren’. UWV past deze wijziging zelf toe en ook hiervoor is geen actie vereist.

3) Bepaling relevante loonsom en omzet in situaties van overgang van onderneming

Voor startende ondernemingen is het al mogelijk om af te wijken van de standaardregel voor omzetbepaling. Voor deze ondernemingen wordt niet gekeken naar de omzet over heel 2019, maar naar de omzet vanaf de kalendermaand na de start van de onderneming tot en met februari 2020, omgerekend naar drie maanden.

Deze afwijkingsmogelijkheid wordt ook beschikbaar gesteld in geval een onderneming een andere onderneming heeft overgenomen voorafgaand aan het beroep op de NOW, maar uiterlijk in januari 2020. Er is immers sprake van een andere bedrijfssamenstelling, waardoor de hoofdregel niet representatief is. De omzet neemt door de overname immers vaak toe. Als gevolg van de wijziging wordt voor de omzetbepaling gekeken naar de omzet vanaf de kalendermaand na de overgang tot en met 29 februari 2020, omgerekend naar drie maanden. Op die manier wordt beter aangesloten bij de daadwerkelijke omzet(daling) van de onderneming die een overname heeft gedaan.

Daarnaast geldt de hiervoor onder 1) genoemde wijziging van de loonsombepaling van januari 2020 naar maart 2020 ook voor ondernemingen die een andere onderneming hebben overgenomen en daardoor in januari geen representatieve loonsom hebben.

4) Langer openstellen aanvraagtijdvak & uitstellen vaststelling

Gelet op de verschillende wijzigingen wordt het tijdvak voor de aanvraag van NOW 1.0 verlengd tot en met 5 juni 2020.

Aanvankelijk was het de bedoeling dat verzoeken om de definitieve vaststelling van de subsidie voor de eerste tranche vanaf 1 juni 2020 ingediend konden worden. Om geen overlap te hebben tussen de aanvraag van NOW 2.0 (t/m 31 augustus 2020 mogelijk) en de aanvraag voor vaststelling van NOW 1.0 , is ervoor gekozen om de aanvraag van de vaststelling van de eerste tranche mogelijk te maken vanaf 7 september 2020.

5) Grens verplichte accountantsverklaring

Een accountantsverklaring wordt verplicht voor ondernemingen die een voorschot hebben ontvangen van € 100.000,- of meer, of een uiteindelijke subsidie van € 125.000,- of meer ontvangen. Het is aan de onderneming die een voorschot heeft ontvangen van minder dan € 100.000,- om in te schatten of de uiteindelijke subsidie op € 125.000,- of meer wordt vastgesteld. Voor deze inschatting wordt door de minister een online tool gepubliceerd. Bij de bedragen wordt steeds uitgegaan van het subsidiebedrag dat is toegekend aan het concern, of als er geen concern is, aan de rechtspersoon. De drempel geldt dus niet separaat voor ieder loonheffingennummer.

Voor situaties waarin geen accountantsverklaring verplicht is, is het mogelijk dat er een controle plaatsvindt. De aanvrager is namelijk verplicht om een zodanig controleerbare administratie te beheren, dat achteraf kan worden gecontroleerd of een subsidie terecht is verstrekt. Daarnaast heeft de aanvrager de verplichting onverwijld melding te doen indien duidelijk is dat hij niet langer aan de NOW-vereisten voldoet.

In geval een voorschot van € 20.000,- of meer is verstrekt, of de uiteindelijke subsidie € 25.000,- of meer bedraagt, dient een verklaring van een derde overlegd te worden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een administratiekantoor, financieel dienstverlener of brancheorganisatie.

6) Openbaarmaking

Bij de vorige wijziging van NOW 1.0 is een bepaling opgenomen op grond waarvan openbaarmaking kan plaatsvinden van aanvragers van de NOW, inclusief de verleende voorschotten en vastgestelde subsidie. Minister Koolmees heeft besloten dat UWV de hierboven genoemde gegevens  vanaf eind juni gaat publiceren op haar website. Het gaat daarbij uitsluitend om informatie waarvoor geen zienswijze gevraagd behoeft te worden.

Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA)

Koolmees heeft onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor een tegemoetkoming voor flexwerkers die tussen wal en schip zijn geraakt (baan/inkomsten verloren zonder recht op WW of bijstand). Het resultaat is de TOFA, die nog met de Tweede Kamer besproken zal worden. Omdat de regeling eenvoudig en snel uitvoerbaar moet zijn, komt de TOFA neer op een vaste tegemoetkoming van € 600,- bruto per maand voor drie maanden. Deze tegemoetkoming geldt alleen voor personen die in februari 2020 minimaal € 500 bruto verdienden en dat bedrag in april 2020 met minimaal de helft zagen teruglopen. Wie in april 2020 desondanks meer dan € 600 bruto verdiende, ontvangt geen tegemoetkoming. Ook mag de aanvrager geen aanspraak hebben gemaakt op een andere inkomensvoorziening, zoals de WW of bijstand. Tot slot moet de flexwerker ouder dan 18 zijn, maar niet ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

De regeling is nog niet geformaliseerd en ook de beoogde ingangsdatum is vooralsnog onbekend.

De bovenstaande toelichting baseren we op de informatie die nu bekend is. De tekst van de gewijzigde regelingen is nog niet gepubliceerd. Vanzelfsprekend informeren we je direct, als die tekst wijzigingen meebrengt ten opzichte van de informatie hierboven. Voor een nadere toelichting zijn de advocaten van ons Team Arbeidsrecht graag beschikbaar.

Team Arbeidsrecht
Lisanne van Geest

Share this article