Home Actueel Archief Een vereniging: zó bestuur je hem

Een vereniging: zó bestuur je hem

Archief
18-12-17

Ten onrechte wordt de algemene vergadering soms gezien als het hoogste orgaan van een vereniging. De algemene vergadering kan het bestuur geen opdrachten geven: het bestuur geeft de richting aan. Is een bestuurder dan ook aansprakelijk voor alles wat hij doet? Een overzicht.

De leden van sportverenigingen, allen natuurlijke personen vormen de algemene vergadering. Het begrip “algemene vereniging” heeft twee betekenissen. Het is zowel een bijeenkomst van de leden als een orgaan van de vereniging. Ten minste een keer per jaar moet een algemene vergadering worden gehouden. Vaak wordt gesproken over een ALV, een algemene ledenvergadering; de wet spreekt over een algemene vergadering.

Het is niet zo dat de algemene vergadering bepaalt wat gebeurt. Als de algemene vergadering niet tevreden is met het beleid van het bestuur, kan de algemene vergadering het bestuur, of individuele bestuursleden ontslaan. In zoverre staat de algemene vergadering naast het bestuur.

Taak van het bestuur

Het bestuur heeft tot taak om de vereniging te besturen. Daarnaast vertegenwoordigt het bestuur de vereniging; daarbij bepalen de statuten of een individuele bestuurder de vereniging mag vertegenwoordigen, of dat sprake moet zijn van twee of meer bestuurders of het gehele bestuur gezamenlijk.

Bij het besturen van een vereniging is iedere bestuurder verplicht te besturen “zoals van een redelijk handelend bestuurder mag worden verwacht”. De wet verplicht bestuurders tot het voeren van “behoorlijk bestuur”. Een bestuur moet dus al datgene doen waardoor de vereniging goed kan functioneren, gelet op de doelstellingen. De algemene vergadering kan dan wel geen opdrachten geven aan het bestuur, maar de algemene vergadering kan het bestuur wel beperkingen opleggen via de statuten.

Niet aansprakelijk, tenzij

Doordat een vereniging een rechtspersoon is, is de vereniging ook verantwoordelijk voor de gevolgen van alle handelingen van de bestuurders. Dat kunnen rechtshandelingen zijn; handelingen met een rechtsgevolg zoals het sluiten van overeenkomsten, maar ook een onrechtmatige daad. Een vereniging kan onrechtmatig handelen. De rechtspersoonlijkheid van een vereniging brengt met zich mee dat claims van anderen “beperkt” blijven tot de vereniging. De bestuurders die de vereniging vertegenwoordigen zijn niet aansprakelijk, tenzij …    

Een bestuurder is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de aan hem opgedragen taak. Voor bestuurstaken geldt een collectieve verantwoordelijkheid en voor de bestuurders individueel een hoofdelijke, persoonlijke aansprakelijkheid. Als een individuele bestuurder handelingen heeft verricht “die door geen redelijk handelend bestuurder in dezelfde omstandigheden zouden zijn verricht”, dan kan dat leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder. Dit betreft een interne aansprakelijkheid. Er is sprake van externe aansprakelijkheid als derden de bestuurder persoonlijk (eventueel naast de vereniging) aanspreken. De bestuurder moet dan zelf hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij persoonlijk jegens een derde in acht had moeten nemen. Ten slotte is het bestuur ook aansprakelijk voor de tekorten in een faillissement als sprake is van “onbehoorlijke taakvervulling”. Daarvan is sprake als er geen behoorlijke boekhouding is gevoerd.

De penningmeester deed een greep in de kas

Wat is zo’n geval waarin een individuele bestuurder persoonlijk aansprakelijk is?

Op 25 oktober 2017 wees de rechtbank Midden-Nederland een vonnis tegen een bestuurder, die penningmeester was van een vereniging. Het bestuur van de vereniging stelde dat de penningmeester zijn taak als penningmeester niet naar behoren had vervuld; de administratie was “niet deugdelijk” gevoerd, er was geld van de vereniging weggesluisd en voor privédoeleinden gebruikt. De vordering was gebaseerd op “onbehoorlijke taakvervulling”. Tevens werd aangifte gedaan van fraude.

De rechtbank oordeelde dat de penningmeester onvoldoende had betwist dat hij de administratie van de vereniging ondeugdelijk had gevoerd. In feite erkende de penningmeester dat hij de administratie niet deugdelijk had gevoerd doordat hij naar eigen zeggen “de zaken van de vereniging en zijn eigen onderneming administratief niet voldoende gescheiden heeft gehouden”. Hij heeft in die zin dus onvoldoende weerlegd dat hij zijn taak als bestuurder (in dit geval als penningmeester) onbehoorlijk heeft vervuld door een ondeugdelijke administratie te voeren. De vordering van de vereniging tegen de (voormalig) penningmeester werd toegewezen.

Meer weten? Neem contact op!

Dit artikel verscheen eerder in licht gewijzigde vorm in Fastball Magazine.

Deel dit artikel