Home Actueel Archief Een ongeluk op wintersport

Een ongeluk op wintersport

Archief
03-02-14

Op 29 december 2013 kopte de NRC: “Schumacher bevindt zich in kritieke toestand na ski-ongeval”. Ondanks dat het ongeval naar alle waarschijnlijkheid niet door een ander is veroorzaakt, maakt het ongeval de discussie omtrent de vraag wie aansprakelijk is bij een ski-ongeval wel weer actueel. In dit artikel zal de stand van de rechtspraak op dit punt worden besproken.

 

Uitgangspunt

 

Het uitgangspunt van het aansprakelijkheidsrecht is: ‘Ieder draagt zijn eigen schade’. Maar we kennen ook de norm: ‘Berokken een ander geen schade’. Met deze twee uitgangspunten in het achterhoofd, heeft de wetgever regels in het leven geroepen, waaruit kan worden afgeleid wanneer je zelf je schade moet dragen en wanneer een ander daarvoor aansprakelijk is. In de wet is, kort gezegd, opgenomen dat een ander aansprakelijk is voor de schade die iemand lijdt, indien die schade het gevolg is van een onrechtmatige daad die aan de ander kan worden toegerekend.

 

Sport- en spelsituaties

 

In een sport- en spelsituatie mogen deelnemers volgens vaste rechtspraak minder snel aannemen dat er onrechtmatig is gehandeld dan buiten een sport- en spelsituatie. Gedragingen die buiten een sport- en spelsituatie onvoorzichtig en onrechtmatig zijn, zijn binnen een spelsituatie niet meteen onrechtmatig. De reden daarvan is dat deelnemers aan een sport of spel in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe de activiteit uitlokt of die daarin besloten liggen, van elkaar moeten verwachten. Dat maakt het dus lastiger om een ander met succes aansprakelijk te stellen.

 

Bij de vraag of sprake is van een onrechtmatige daad, is het voor de rechter dan ook van belang te beoordelen of de gedraging binnen of buiten een sport- en spelsituatie heeft plaatsgevonden. Het antwoord op de vraag of sprake is van een sport- en spelsituatie hangt met name af van (i) de aard van de activiteit (ii) het tijdsbestek waarin de activiteit zich voordeed (iii) de plaats waarop de activiteit zich voordeed en (iv) de hoedanigheid van betrokken partijen.

 

Wintersport

 

Het is de vraag of het beoefenen van een wintersport een sport- en spelsituatie oplevert. In de navolgende casus oordeelde de rechter dat daarvan sprake was, in de specifieke omstandigheden van dat geval.

 

Twee broers waren samen met hun neef aan het skiën in Frankrijk. Zij waren redelijk ervaren skiërs en skieden al gedurende ongeveer een week steeds in wisselende volgorde en op wisselende afstanden achter elkaar aan. Op een dag moest een van de broers plotseling uitwijken voor een jongen die op één ski zijn pad kruiste. Door deze uitwijkmanoeuvre raakte hij vervolgens met een punt van de ski de skischoen van zijn broer die voor hem skiede, waardoor zijn broer ten val kwam. Hij liep ernstig letsel op en raakte blijvend arbeidsongeschikt. In een procedure stelt het slachtoffer zijn broer aansprakelijk voor alle geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade.

 

Het Gerechtshof (de rechter in hoger beroep) neemt aan dat de drie mannen niet toevallig op hetzelfde moment op de skipiste aanwezig waren, maar dat zij al enkele dagen met elkaar skieden, waarbij zij afwisselend vooraan, in het midden of achteraan skieden. Onder die omstandigheden was voor wat betreft hun onderlinge verhoudingen sprake van een sport- en spelsituatie.

 

Het Gerechtshof is het vervolgens met de rechtbank eens dat de FIS-regels (de door de Internationale Skifederatie voorgeschreven spelregels waaraan iedereen zich op de piste dient te houden) een nadere uitwerking van de voor skiërs geldende zorgvuldigheidsnorm behelzen. Aangezien het hier een sport- en spelsituatie betreft, betekent het echter niet dat de enkele overtreding van die regels met zich brengt dat onzorgvuldig wordt gehandeld. In een sport- en spelsituatie moeten de deelnemers, zoals reeds aangegeven, immers in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe de activiteit uitlokt of die daarin besloten liggen van elkaar verwachten.

 

Het enkele feit dat de ene broer onvoldoende afstand had tot zijn andere broer (het slachtoffer) om een ongeluk te voorkomen, rechtvaardigt wellicht de conclusie dat hij onvoorzichtig heeft gehandeld, maar niet dat hij ook onzorgvuldig heeft gehandeld en daarmee jegens het slachtoffer onrechtmatig. In dit verband acht het Gerechtshof van belang dat uit de (getuigen)verklaringen volgt dat de drie mannen, wanneer zij met z'n drieën skieden, geregeld met een tussenruimte van enkele meters skieden. Het slachtoffer moest ook om die reden in redelijkheid verwachten dat zijn broer hem op korte afstand volgde. Daarmee stond vast dat er onderling sprake was van een sport- en spelsituatie en werd aansprakelijkheid niet aangenomen.
 

Wat zou de situatie zijn geweest als sprake was van een ‘gewoon’ ongeval, als de ‘dader’ tegen een willekeurige derde was gebotst? Dan was vermoedelijk geen sport- en spelsituatie aangenomen en was de dader sneller aansprakelijk geweest.

Deel dit artikel