Een faillissement van een vennootschap onder firma had tot voor kort ook het faillissement van de vennoten van die VOF tot gevolg.
Op 6 februari 2015 heeft de Hoge Raad echter geoordeeld (ECLI:NL:HR:2015:215) dat het faillissement van een VOF niet noodzakelijkerwijs het faillissement van haar vennoten tot gevolg heeft. Als een schuldeiser naast het faillissement van de VOF ook het faillissement van de vennoten wil bewerkstelligen, moet die schuldeiser specifiek het faillissement van de afzonderlijke vennoten verzoeken.
Bovendien moet de rechtbank dan ten aanzien van iedere vennoot onderzoeken of aan de voorwaarden voor een faillietverklaring is voldaan.