Home Actueel Archief Duidelijkheid over onterechte boetes van Stockbureaus

Duidelijkheid over onterechte boetes van Stockbureaus

Archief
09-09-14

Al een aantal jaar wordt er veel geschreven over de werkwijze van de diverse Stockbureaus (beeldbanken op internet). Naast de verschillende blogs en artikelen over dit onderwerp, heeft ook TROS Radar hier in het verleden de nodige aandacht aan besteed. Daarbij werd steeds het voorbeeld van het Stockbureau “Getty Images” aangehaald, maar verschillende andere Stockbureaus passen dezelfde werkwijze toe.

 

Onlangs heeft de kantonrechter te Den Haag korte metten gemaakt met de praktijken van Stockbureaus, bestaande uit het onder dreiging van een procedure en hoge proceskosten onterecht vorderen van een ‘100% opslag’, ‘boete’ of ‘schadevergoeding’ in haar sommatiebrieven. De kantonrechter heeft overwogen dat een dergelijke vergoeding het karakter heeft van een boete, waarvoor geen enkele grondslag bestaat. Het is ondernemers en particulieren die per abuis zonder daarvoor een vergoeding te betalen auteursrechtelijk beschermde afbeeldingen op hun website hebben gebruikt en een dergelijke ‘blafbrief’ van een Stockbureau ontvangen, dan ook sterk aan te raden tegen een dergelijke ‘100% opslag’, ‘boete’ of ‘schadevergoeding’ verweer te voeren.

 

‘Werkwijze’ Stockbureaus

De werkwijze van Stockbureaus bestaat eruit, dat de Stockbureaus het beeldmateriaal via internet vrijelijk aanbieden waardoor het voor afnemers onduidelijk is of, en aan wie, er voor de afbeeldingen betaald moet worden. De auteursrechthebbenden op de foto’s – via licentieovereenkomsten vaak de Stockbureaus zelf – zijn niet eenvoudig te achterhalen. De afbeeldingen worden vervolgens door particulieren en ondernemers op hun websites gebruikt. Door de Stockbureaus wordt daarop onderzoek gedaan naar het gebruik van de in hun beheer zijnde foto’s – bijvoorbeeld door middel van een ‘Google image search’. Alle particulieren en ondernemers die gebruik maken van dergelijke afbeeldingen op hun internetpagina’s, maar die hiervoor geen toestemming aan de Stockbureaus hebben gevraagd en dus geen vergoeding voor het gebruik hebben betaald, worden aangeschreven door de Stockbureaus.

 

Dit aanschrijven gaat middels een zogeheten ‘blafbrief’. Er worden door de Stockbureaus sommatiebrieven verzonden waarin niet alleen betaling van de gebruikelijke (maar hoge!) licentievergoeding en vergoeding van juridische kosten – voor het opsporen van de inbreuk en opstellen van de sommatiebrief – wordt gevorderd, maar eveneens aanspraak wordt gemaakt op een (schade)vergoeding van bedragen die oplopen tot wel twee- of driemaal de licentievergoeding. Deze schadevergoeding wordt in de brieven omschreven als ‘100% opslag’, ‘boete’ of ‘schadevergoeding’.

 

Omdat het bij sommatiebrief gevorderde totaalbedrag niet dusdanig hoog is dat ondernemers of particulieren daarvoor een advocaat in de arm willen (of kunnen) nemen, wordt vaak de afweging gemaakt het gevorderde bedrag maar gewoon aan de Stockbureaus te betalen. Wordt er niet betaald en start een Stockbureau een gerechtelijke procedure, dan wordt door de ondernemers en particulieren vaak geen advocaat ingeschakeld of verschijnen zij niet in rechte. Als gevolg daarvan wordt tegen de ‘100% opslag’, ‘boete’ of ‘schadevergoeding’ geen inhoudelijk verweer gevoerd (zoals ook het geval was in bijvoorbeeld de zaak van de Rechtbank Amsterdam d.d. 29 mei 2013).

 

Additionele ‘vergoeding’ – geen wettelijke grondslag!

Aan de hand van de hiervoor vermelde werkwijze ontvingen zeven ondernemers een zelfde soort sommatiebrief van Masterfile Corporation. Deze zeven ondernemers besloten wèl verweer te voeren tegen de betaling van buitensporig hoge ‘additionele vergoedingen’ waartoe zij gesommeerd waren. Dit heeft geresulteerd in een vonnis van de Rechtbank Den Haag van 4 augustus 2014 in de zaak Masterfile / De Bies c.s. Het vonnis leest u hier. In deze zaak hebben De Bie c.s. (de voornoemde zeven ondernemers) verweer gevoerd tegen (i) de buitensporig hoge licentievergoedingen die Masterfile in rekening bracht en (ii) de ‘100% opslag’ oftewel ‘boete’ die Masterfile in haar sommatiebrieven vorderde en (iii) de veroordeling in de werkelijke proceskosten van Masterfile.

 

De kantonrechter heeft op de volgende verweren het volgende besloten:

 

i. Alhoewel de kantonrechter is uitgegaan van de berekeningswijze en tarieven die blijken uit de ‘RM Price Calculator’ op de website van Masterfile, heeft de kantonrechter gehoor gegeven aan het verweer van De Bie c.s. dat bij aantal berekeningen de variabelen (zoals grootte van de afbeelding en de plaatsing op de website daarvan) door Masterfile onjuist waren ingevoerd. Na het in het geding brengen van de juiste berekeningen volgens de berekeningsmethode van Masterfile heeft de kantonrechter een aantal door Masterfile gevorderde licentievergoedingen dan ook gematigd;

 

ii. voor wat betreft de door Masterfile gevorderde ‘additionele vergoeding’ van 100% – in de sommatiebrieven door Masterfile als “100% opslag” omschreven – overweegt de kantonrechter in rechtsoverweging 21 van het vonnis deze boete onterecht door Masterfile is gevorderd in de sommatiebrieven en in de procedure. De kantonrechter is hier duidelijk en bevestigt de mening van velen over de praktijken van Stockbureaus waar het gaat om de ‘100% opslag’, ‘boete’ of ‘schadevergoeding’, de kantonrechter: “een dergelijke opslag heeft het karakter van een boete waarvoor geen enkele wettelijke grondslag bestaat.” Dit is in lijn met de eerdere uitspraak van de Rechtbank Haarlem (IEPT 20111207).

 

Alhoewel de kantonrechter heeft overwogen dat van een auteursrechtinbreuk sprake is – De Bie c.s. hebben immers de afbeeldingen zonder toestemming op hun websites gebruikt – heeft de kantonrechter niet besloten tot de ‘gebruikelijke’ veroordeling van de inbreukmaker (De Bie c.s.) in de werkelijke proceskosten van de wederpartij (Masterfile) ex art. 1019h Rv. In zaken betreffende het intellectuele eigendom kan vergoeding van de werkelijke proceskosten worden gevorderd en wordt die vordering in de meeste gevallen – als sprake is van inbreuk – ook toegewezen. De kantonrechter heeft van die gebruikelijke gang van zaken in deze zaak afgeweken: de proceskosten zijn tussen partijen gecompenseerd, wat er op neer komt dat beide partijen de eigen kosten moeten dragen en niet de kosten van de andere partij hoeven te vergoeden. Ook hier is de kantonrechter De Bie c.s. tegemoet gekomen, en heeft Masterfile – gezien haar ‘werkwijze’ – een tik op de vingers gehad (de proceskosten komen in rechtsoverweging 4.39 e.v. van het vonnis aan de orde).

Deel dit artikel